This bingo card has 20 words: de hond uitlaten, de auto wassen, stofzuigen, een douche nemen, lessen leren, tv-kijken, het gras maaien, de afwasmachine leegmaken, de afwasmachine vullen, de kamer opruimen, het bed opmaken, de tafel dekken, tanden poetsen, de tafel afruimen, computerspelletjes spelen, opstaan, op je kleine zus passen, ontbijten, zich aankleden and uitslapen.
Naar school | Thema 2 | de school | School - 2 | het huis
Share this URL with your players:
For more control of your online game, create a clone of this card first.
Learn how to conduct a bingo game.
With players vying for a you'll have to call about __ items before someone wins. There's a __% chance that a lucky player would win after calling __ items.
Tip: If you want your game to last longer (on average), add more unique words/images to it.