bas(se) (laag) la ceinture (de riem) la montre (het horloge) vert(e) (groen) l’achat m (de aankoop/aanschaf) bleu(e) (blauw) la queue de cheval (de paardenstaart) élevé(e) (hoog, van prijs) quelque chose (iets) acheter (kopen) le portable (het mobieltje) en soldes (in de uitverkoop) tellement (zo) serré(e) (nauw) le compte bancaire (de bankrekening) le collier (de ketting) ressembler à (lijken op) brun(e) (bruin) la cicatrice (het litteken) noir(e) (zwart) le sac à dos (de rugzak) l’argent de poche m (het zakgeld) gratuit (e) (gratis) maintenant (nu) le nez (de neus) le bijou, les bijoux (het sieraad/de sieraden) le prix (de prijs) le disque, le CD (de cd) le manteau (de jas) bas(se) (laag) la ceinture (de riem) la montre (het horloge) vert(e) (groen) l’achat m (de aankoop/aanschaf) bleu(e) (blauw) la queue de cheval (de paardenstaart) élevé(e) (hoog, van prijs) quelque chose (iets) acheter (kopen) le portable (het mobieltje) en soldes (in de uitverkoop) tellement (zo) serré(e) (nauw) le compte bancaire (de bankrekening) le collier (de ketting) ressembler à (lijken op) brun(e) (bruin) la cicatrice (het litteken) noir(e) (zwart) le sac à dos (de rugzak) l’argent de poche m (het zakgeld) gratuit (e) (gratis) maintenant (nu) le nez (de neus) le bijou, les bijoux (het sieraad/de sieraden) le prix (de prijs) le disque, le CD (de cd) le manteau (de jas)
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
bas(se) (laag)
la ceinture (de riem)
la montre (het horloge)
vert(e) (groen)
l’achat m (de aankoop/aanschaf)
bleu(e) (blauw)
la queue de cheval (de paardenstaart)
élevé(e) (hoog, van prijs)
quelque chose (iets)
acheter (kopen)
le portable (het mobieltje)
en soldes (in de uitverkoop)
tellement (zo)
serré(e) (nauw)
le compte bancaire (de bankrekening)
le collier (de ketting)
ressembler à (lijken op)
brun(e) (bruin)
la cicatrice (het litteken)
noir(e) (zwart)
le sac à dos (de rugzak)
l’argent de poche m (het zakgeld)
gratuit (e) (gratis)
maintenant (nu)
le nez (de neus)
le bijou, les bijoux (het sieraad/de sieraden)
le prix (de prijs)
le disque, le CD (de cd)
le manteau (de jas)