Je komtte laathoor....Watdenk jezelf?Kom jeer nouuit?Ik benje slaafniet!DááromnietMijn arm isgeenuithangbordDat isniet zoslim hè?Ga je zoaan jehuiswerkbeginnen?Denk je dathet allemaalvanzelfgaat?Ruim jezooi noutoch eensopSchietnoueens opIk moethier ookalles alleendoen!Schiet op,naar jebed jij?Hoe laatben jethuis?Hoebedoel je'dat weetik niet'Omdatik hetzegHeb jealles bijje?Dan neemje maareenboterhamDoe je nutelefoonweg?Ben jedoof?Het is hiergeenhotel!Mijn arm isgéénuithangbordVraag datmaar aanje vader/dejuf/omaHoe vaakmoet ik hetnou nogzeggen?Je komtte laathoor....Watdenk jezelf?Kom jeer nouuit?Ik benje slaafniet!DááromnietMijn arm isgeenuithangbordDat isniet zoslim hè?Ga je zoaan jehuiswerkbeginnen?Denk je dathet allemaalvanzelfgaat?Ruim jezooi noutoch eensopSchietnoueens opIk moethier ookalles alleendoen!Schiet op,naar jebed jij?Hoe laatben jethuis?Hoebedoel je'dat weetik niet'Omdatik hetzegHeb jealles bijje?Dan neemje maareenboterhamDoe je nutelefoonweg?Ben jedoof?Het is hiergeenhotel!Mijn arm isgéénuithangbordVraag datmaar aanje vader/dejuf/omaHoe vaakmoet ik hetnou nogzeggen?

Moederbingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. Je komt te laat hoor....
  2. Wat denk je zelf?
  3. Kom je er nou uit?
  4. Ik ben je slaaf niet!
  5. Dáárom niet
  6. Mijn arm is geen uithangbord
  7. Dat is niet zo slim hè?
  8. Ga je zo aan je huiswerk beginnen?
  9. Denk je dat het allemaal vanzelf gaat?
  10. Ruim je zooi nou toch eens op
  11. Schiet nou eens op
  12. Ik moet hier ook alles alleen doen!
  13. Schiet op, naar je bed jij?
  14. Hoe laat ben je thuis?
  15. Hoe bedoel je 'dat weet ik niet'
  16. Omdat ik het zeg
  17. Heb je alles bij je?
  18. Dan neem je maar een boterham
  19. Doe je nu telefoon weg?
  20. Ben je doof?
  21. Het is hier geen hotel!
  22. Mijn arm is géén uithangbord
  23. Vraag dat maar aan je vader/de juf/oma
  24. Hoe vaak moet ik het nou nog zeggen?