hetstuurikwoniksliepdespindrukslimhijgaattiendebuikvuildekuildeknophetvleesdwaasbroerdesnuithethuishetvuurwijstaandekleiheteiiksnikiksteekhetspookdefriethetstuurzwaardegroepkleindesoepikkruiphetspelmeiik ziedesteendetramdekleurdesterdetuinhetbierdevisdiepikbleefhetfruitnietruimdereisdegeitdespuitsmaldeknoopdefluitikstopstukuitdemuisdetreinliefdegleufhetnetdebroekdezeebruinwieik zeieengroenhetluiktienikzweetziekdedeurplusdeweihetpleindemanhijstaatiksliepikspeeldekleurdebriefikkroopdestoeldestamdeheerhetsnoepdezoonluideknalikzwomdeflesdeuilhetstuurikwoniksliepdespindrukslimhijgaattiendebuikvuildekuildeknophetvleesdwaasbroerdesnuithethuishetvuurwijstaandekleiheteiiksnikiksteekhetspookdefriethetstuurzwaardegroepkleindesoepikkruiphetspelmeiik ziedesteendetramdekleurdesterdetuinhetbierdevisdiepikbleefhetfruitnietruimdereisdegeitdespuitsmaldeknoopdefluitikstopstukuitdemuisdetreinliefdegleufhetnetdebroekdezeebruinwieik zeieengroenhetluiktienikzweetziekdedeurplusdeweihetpleindemanhijstaatiksliepikspeeldekleurdebriefikkroopdestoeldestamdeheerhetsnoepdezoonluideknalikzwomdeflesdeuil

Woordbingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
N
2
N
3
O
4
B
5
O
6
B
7
O
8
G
9
O
10
I
11
O
12
O
13
G
14
I
15
N
16
I
17
G
18
I
19
G
20
B
21
N
22
N
23
B
24
G
25
N
26
I
27
I
28
N
29
B
30
N
31
B
32
N
33
B
34
I
35
G
36
O
37
N
38
B
39
N
40
O
41
B
42
I
43
O
44
B
45
B
46
O
47
G
48
N
49
G
50
I
51
N
52
N
53
O
54
O
55
B
56
G
57
N
58
O
59
B
60
G
61
I
62
I
63
N
64
G
65
O
66
O
67
G
68
O
69
B
70
B
71
G
72
N
73
N
74
I
75
I
76
I
77
O
78
B
79
I
80
I
81
O
82
G
83
I
84
B
85
B
86
I
87
G
88
B
89
G
90
I
91
G
92
G
  1. N-het stuur
  2. N-ik won
  3. O-ik sliep
  4. B-de spin
  5. O-druk
  6. B-slim
  7. O-hij gaat
  8. G-tien
  9. O-de buik
  10. I-vuil
  11. O-de kuil
  12. O-de knop
  13. G-het vlees
  14. I-dwaas
  15. N-broer
  16. I-de snuit
  17. G-het huis
  18. I-het vuur
  19. G-wij staan
  20. B-de klei
  21. N-het ei
  22. N-ik snik
  23. B-ik steek
  24. G-het spook
  25. N-de friet
  26. I-het stuur
  27. I-zwaar
  28. N-de groep
  29. B-klein
  30. N-de soep
  31. B-ik kruip
  32. N-het spel
  33. B-mei
  34. I-ik zie
  35. G-de steen
  36. O-de tram
  37. N-de kleur
  38. B-de ster
  39. N-de tuin
  40. O-het bier
  41. B-de vis
  42. I-diep
  43. O-ik bleef
  44. B-het fruit
  45. B-niet
  46. O-ruim
  47. G-de reis
  48. N-de geit
  49. G-de spuit
  50. I-smal
  51. N-de knoop
  52. N-de fluit
  53. O-ik stop
  54. O-stuk
  55. B-uit
  56. G-de muis
  57. N-de trein
  58. O-lief
  59. B-de gleuf
  60. G-het net
  61. I-de broek
  62. I-de zee
  63. N-bruin
  64. G-wie
  65. O-ik zei
  66. O-een
  67. G-groen
  68. O-het luik
  69. B-tien
  70. B-ik zweet
  71. G-ziek
  72. N-de deur
  73. N-plus
  74. I-de wei
  75. I-het plein
  76. I-de man
  77. O-hij staat
  78. B-ik sliep
  79. I-ik speel
  80. I-de kleur
  81. O-de brief
  82. G-ik kroop
  83. I-de stoel
  84. B-de stam
  85. B-de heer
  86. I-het snoep
  87. G-de zoon
  88. B-lui
  89. G-de knal
  90. I-ik zwom
  91. G-de fles
  92. G-de uil