daar isgeen geldvoordie isafwezigik bener meebezigdat heeftde directiebeslotendie isziekdat ga ikvolgende... doenik komer nogop terugdat kanik nietdoendat ga ikuitzoekendatvergoedenwe nietdaar ben ik nietvoorverantwoordelijkdat moetje aan...vrageniknoteerhetje kan ookergensanderswerkendat kan jenietdeclarerendathebbenwe hiernietdie is opvakantiedie iskapotdat kanhiernietdat isniet mijntaakdie iszoekdat isstopgezetdat weetik nognietik komer opterugweet jedatniet?dat moetje zelfdoenhet isheeldrukdie isopdat moet jeeerstoverleggendat magik nietdoendat moetje metelkaaroplossenalleenvoor dezeene keerdie isvrijdaar isgeen geldvoordie isafwezigik bener meebezigdat heeftde directiebeslotendie isziekdat ga ikvolgende... doenik komer nogop terugdat kanik nietdoendat ga ikuitzoekendatvergoedenwe nietdaar ben ik nietvoorverantwoordelijkdat moetje aan...vrageniknoteerhetje kan ookergensanderswerkendat kan jenietdeclarerendathebbenwe hiernietdie is opvakantiedie iskapotdat kanhiernietdat isniet mijntaakdie iszoekdat isstopgezetdat weetik nognietik komer opterugweet jedatniet?dat moetje zelfdoenhet isheeldrukdie isopdat moet jeeerstoverleggendat magik nietdoendat moetje metelkaaroplossenalleenvoor dezeene keerdie isvrij

taalschool be like - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
  1. daar is geen geld voor
  2. die is afwezig
  3. ik ben er mee bezig
  4. dat heeft de directie besloten
  5. die is ziek
  6. dat ga ik volgende ... doen
  7. ik kom er nog op terug
  8. dat kan ik niet doen
  9. dat ga ik uitzoeken
  10. dat vergoeden we niet
  11. daar ben ik niet voor verantwoordelijk
  12. dat moet je aan ...vragen
  13. ik noteer het
  14. je kan ook ergens anders werken
  15. dat kan je niet declareren
  16. dat hebben we hier niet
  17. die is op vakantie
  18. die is kapot
  19. dat kan hier niet
  20. dat is niet mijn taak
  21. die is zoek
  22. dat is stopgezet
  23. dat weet ik nog niet
  24. ik kom er op terug
  25. weet je dat niet?
  26. dat moet je zelf doen
  27. het is heel druk
  28. die is op
  29. dat moet je eerst overleggen
  30. dat mag ik niet doen
  31. dat moet je met elkaar oplossen
  32. alleen voor deze ene keer
  33. die is vrij