hierjijgaatTu esoù?uninstantzij gaan(mannelijk)wijzijnzij gaan(vrouwelijk),eenmamaunemamanwijgaanwaaromicizijnklaarellevavousallezprêtlebureauIl estoù?Waaris hij?eenwoonkamerunséjourHetavondmaalis klaarzijgaatzij zijn(vrouwelijk)ellessontledînerjesuisungarageeenpapaLedînerest prêtdansilssontundînerdepapatu eseenavondmaaldegaragejulliezijn/ ubentdewoonkamerzij zijn(mannelijk)tuvasnoussommesTu essûre?Free!elleestlamamansûreenogenblikikbenunpapanousallonseenwerkkamereengarageinlegaragedemamaBen jezeker?Je suisici.Ik benhier.vousêteshetogenblikik gazekerhij isleséjourellesvontzij islepapaunbureauilsvontWaarben je?il vadewerkkamerêtrepourquoihijgaatjulliegaan/ ugaatl'instantjijbentil esthetavondmaaljevaishierjijgaatTu esoù?uninstantzij gaan(mannelijk)wijzijnzij gaan(vrouwelijk),eenmamaunemamanwijgaanwaaromicizijnklaarellevavousallezprêtlebureauIl estoù?Waaris hij?eenwoonkamerunséjourHetavondmaalis klaarzijgaatzij zijn(vrouwelijk)ellessontledînerjesuisungarageeenpapaLedînerest prêtdansilssontundînerdepapatu eseenavondmaaldegaragejulliezijn/ ubentdewoonkamerzij zijn(mannelijk)tuvasnoussommesTu essûre?Free!elleestlamamansûreenogenblikikbenunpapanousallonseenwerkkamereengarageinlegaragedemamaBen jezeker?Je suisici.Ik benhier.vousêteshetogenblikik gazekerhij isleséjourellesvontzij islepapaunbureauilsvontWaarben je?il vadewerkkamerêtrepourquoihijgaatjulliegaan/ ugaatl'instantjijbentil esthetavondmaaljevais

Woordenschat C3 - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
  1. hier
  2. jij gaat
  3. Tu es où?
  4. un instant
  5. zij gaan (mannelijk)
  6. wij zijn
  7. zij gaan (vrouwelijk),
  8. een mama
  9. une maman
  10. wij gaan
  11. waarom
  12. ici
  13. zijn
  14. klaar
  15. elle va
  16. vous allez
  17. prêt
  18. le bureau
  19. Il est où?
  20. Waar is hij?
  21. een woonkamer
  22. un séjour
  23. Het avondmaal is klaar
  24. zij gaat
  25. zij zijn (vrouwelijk)
  26. elles sont
  27. le dîner
  28. je suis
  29. un garage
  30. een papa
  31. Le dîner est prêt
  32. dans
  33. ils sont
  34. un dîner
  35. de papa
  36. tu es
  37. een avondmaal
  38. de garage
  39. jullie zijn/ u bent
  40. de woonkamer
  41. zij zijn (mannelijk)
  42. tu vas
  43. nous sommes
  44. Tu es sûre?
  45. Free!
  46. elle est
  47. la maman
  48. sûr
  49. een ogenblik
  50. ik ben
  51. un papa
  52. nous allons
  53. een werkkamer
  54. een garage
  55. in
  56. le garage
  57. de mama
  58. Ben je zeker?
  59. Je suis ici.
  60. Ik ben hier.
  61. vous êtes
  62. het ogenblik
  63. ik ga
  64. zeker
  65. hij is
  66. le séjour
  67. elles vont
  68. zij is
  69. le papa
  70. un bureau
  71. ils vont
  72. Waar ben je?
  73. il va
  74. de werkkamer
  75. être
  76. pourquoi
  77. hij gaat
  78. jullie gaan/ u gaat
  79. l'instant
  80. jij bent
  81. il est
  82. het avondmaal
  83. je vais