mooi,leukwatis er?zij heeftgemaakteigenhiergrootdetuindeplaatsik hebook eenbalkondekeukenmoeilijk,zwaar,hardeenappartementzoalsdemetroer is,er zijnwateengeluk!destraatnatuurlijkrustigleuktotlaterhooghetwinkelcentrumteheelharddebusik bente laatwe gaannaar jouwhuisbijjulliewe lopennaar huisop welkeverdiepingis het?eenbushaltedeautohetboekhethuisde kamer,deslaapkamerdewoonkamerklimmen,instappenkleinkleinophoeveelkamershebbenjullie?eentraphetwaterik woonvlakbijvervolgensde kamer,hetvertrekikbrengdoorlopenddestaddeverdieping,de etagedefietsprettigweekendeenflatik hebeenafspraakhethuiseen flat, eenappartementklimmenvlakbijeenhaltedetreinnaar jouwhuis, bijjou thuisdetuinhetstationzelfslopendekeukenokédehoekhoe ziethij/heteruit?allesdekamerdebootdemoederje neemteen taxivandaagdebuurtdeburennet als,zoalswaardebadkamerkijkdeafspraakdus,dannetalswaar isdehalte?samenhoudenvan, hetfijn vindenik woon indeGerardstraat10eenboomhetpleinkleinverdeboulevarddevadergaandebushijheefthoudenvan, mooivindeneenliftdebuitenwijkenhetbalkonhetraamtussenwonendemetrokleinhetuitzichthet is tever omte lopendetorenhetstationeenflatgebouwwegaanjulliehebbenzettenik hebuitzicht ophet parkhetbedikneemde busleuk,mooierg,heeldebuurtgeenbusdeslaapkamerdeautogroothetvertrekdefietsna,daarnaprachtiger is,er zijninstappendusophier ismijnkamerer is eengrote tuinhoeveelverons,onzewehebbenwaar gajenaartoe?destraatwelk,welkedewoonkamereenappartement,een flatmooi,leukwatis er?zij heeftgemaakteigenhiergrootdetuindeplaatsik hebook eenbalkondekeukenmoeilijk,zwaar,hardeenappartementzoalsdemetroer is,er zijnwateengeluk!destraatnatuurlijkrustigleuktotlaterhooghetwinkelcentrumteheelharddebusik bente laatwe gaannaar jouwhuisbijjulliewe lopennaar huisop welkeverdiepingis het?eenbushaltedeautohetboekhethuisde kamer,deslaapkamerdewoonkamerklimmen,instappenkleinkleinophoeveelkamershebbenjullie?eentraphetwaterik woonvlakbijvervolgensde kamer,hetvertrekikbrengdoorlopenddestaddeverdieping,de etagedefietsprettigweekendeenflatik hebeenafspraakhethuiseen flat, eenappartementklimmenvlakbijeenhaltedetreinnaar jouwhuis, bijjou thuisdetuinhetstationzelfslopendekeukenokédehoekhoe ziethij/heteruit?allesdekamerdebootdemoederje neemteen taxivandaagdebuurtdeburennet als,zoalswaardebadkamerkijkdeafspraakdus,dannetalswaar isdehalte?samenhoudenvan, hetfijn vindenik woon indeGerardstraat10eenboomhetpleinkleinverdeboulevarddevadergaandebushijheefthoudenvan, mooivindeneenliftdebuitenwijkenhetbalkonhetraamtussenwonendemetrokleinhetuitzichthet is tever omte lopendetorenhetstationeenflatgebouwwegaanjulliehebbenzettenik hebuitzicht ophet parkhetbedikneemde busleuk,mooierg,heeldebuurtgeenbusdeslaapkamerdeautogroothetvertrekdefietsna,daarnaprachtiger is,er zijninstappendusophier ismijnkamerer is eengrote tuinhoeveelverons,onzewehebbenwaar gajenaartoe?destraatwelk,welkedewoonkamereenappartement,een flat

G1 U2 Woordkaartjes N-F - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
  1. mooi, leuk
  2. wat is er?
  3. zij heeft gemaakt
  4. eigen
  5. hier
  6. groot
  7. de tuin
  8. de plaats
  9. ik heb ook een balkon
  10. de keuken
  11. moeilijk, zwaar, hard
  12. een appartement
  13. zoals
  14. de metro
  15. er is, er zijn
  16. wat een geluk!
  17. de straat
  18. natuurlijk
  19. rustig
  20. leuk
  21. tot later
  22. hoog
  23. het winkelcentrum
  24. te
  25. heel hard
  26. de bus
  27. ik ben te laat
  28. we gaan naar jouw huis
  29. bij jullie
  30. we lopen naar huis
  31. op welke verdieping is het?
  32. een bushalte
  33. de auto
  34. het boek
  35. het huis
  36. de kamer, de slaapkamer
  37. de woonkamer
  38. klimmen, instappen
  39. klein
  40. klein
  41. op
  42. hoeveel kamers hebben jullie?
  43. een trap
  44. het water
  45. ik woon vlakbij
  46. vervolgens
  47. de kamer, het vertrek
  48. ik breng door
  49. lopend
  50. de stad
  51. de verdieping, de etage
  52. de fiets
  53. prettig weekend
  54. een flat
  55. ik heb een afspraak
  56. het huis
  57. een flat, een appartement
  58. klimmen
  59. vlakbij
  60. een halte
  61. de trein
  62. naar jouw huis, bij jou thuis
  63. de tuin
  64. het station
  65. zelfs
  66. lopen
  67. de keuken
  68. oké
  69. de hoek
  70. hoe ziet hij/het eruit?
  71. alles
  72. de kamer
  73. de boot
  74. de moeder
  75. je neemt een taxi
  76. vandaag
  77. de buurt
  78. de buren
  79. net als, zoals
  80. waar
  81. de badkamer
  82. kijk
  83. de afspraak
  84. dus, dan
  85. net als
  86. waar is de halte?
  87. samen
  88. houden van, het fijn vinden
  89. ik woon in de Gerardstraat 10
  90. een boom
  91. het plein
  92. klein
  93. ver
  94. de boulevard
  95. de vader
  96. gaan
  97. de bus
  98. hij heeft
  99. houden van, mooi vinden
  100. een lift
  101. de buitenwijken
  102. het balkon
  103. het raam
  104. tussen
  105. wonen
  106. de metro
  107. klein
  108. het uitzicht
  109. het is te ver om te lopen
  110. de toren
  111. het station
  112. een flatgebouw
  113. we gaan
  114. jullie hebben
  115. zetten
  116. ik heb uitzicht op het park
  117. het bed
  118. ik neem de bus
  119. leuk, mooi
  120. erg, heel
  121. de buurt
  122. geen bus
  123. de slaapkamer
  124. de auto
  125. groot
  126. het vertrek
  127. de fiets
  128. na, daarna
  129. prachtig
  130. er is, er zijn
  131. instappen
  132. dus
  133. op
  134. hier is mijn kamer
  135. er is een grote tuin
  136. hoeveel
  137. ver
  138. ons, onze
  139. we hebben
  140. waar ga je naartoe?
  141. de straat
  142. welk, welke
  143. de woonkamer
  144. een appartement, een flat