Je voudrais (du sucre) le sucre kosten un supermarché de jam, confituur 2 € per kilo Hoeveel wortelen? een supermarkt de suiker het water le beurre de kaas Nog iets anders? een prijs un centime Hoeveel? Tot (weer)ziens! de fijne vleeswaren une bouteille un kilo(gramme) een fles un pot la charcuterie een pot le fromage Et avec ça? een kilo(gram) l’ eau Combien de carottes? la confiture Hoeveel is het samen? Ik zou (suiker) willen. Ik had graag (suiker) coûter ça fait 8 euros un gramme een centiem, cent een euro 2 € le kilo de ham Combien? un euro Hoeveel kost de boter? un prix ça fait combien? le jambon Au revoir! compter Het is 8 euro. een gram Combien coûte le beurre? tellen de boter Je voudrais (du sucre) le sucre kosten un supermarché de jam, confituur 2 € per kilo Hoeveel wortelen? een supermarkt de suiker het water le beurre de kaas Nog iets anders? een prijs un centime Hoeveel? Tot (weer)ziens! de fijne vleeswaren une bouteille un kilo(gramme) een fles un pot la charcuterie een pot le fromage Et avec ça? een kilo(gram) l’ eau Combien de carottes? la confiture Hoeveel is het samen? Ik zou (suiker) willen. Ik had graag (suiker) coûter ça fait 8 euros un gramme een centiem, cent een euro 2 € le kilo de ham Combien? un euro Hoeveel kost de boter? un prix ça fait combien? le jambon Au revoir! compter Het is 8 euro. een gram Combien coûte le beurre? tellen de boter
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
Je voudrais (du sucre)
le sucre
kosten
un supermarché
de jam, confituur
2 € per kilo
Hoeveel wortelen?
een supermarkt
de suiker
het water
le beurre
de kaas
Nog iets anders?
een prijs
un centime
Hoeveel?
Tot (weer)ziens!
de fijne vleeswaren
une bouteille
un kilo(gramme)
een fles
un pot
la charcuterie
een pot
le fromage
Et avec ça?
een kilo(gram)
l’ eau
Combien de carottes?
la confiture
Hoeveel is het samen?
Ik zou (suiker) willen. Ik had graag (suiker)
coûter
ça fait 8 euros
un gramme
een centiem, cent
een euro
2 € le kilo
de ham
Combien?
un euro
Hoeveel kost de boter?
un prix
ça fait combien?
le jambon
Au revoir!
compter
Het is 8 euro.
een gram
Combien coûte le beurre?
tellen
de boter