Hannegebruikt eenopeningszin.Je ziet eenhomokoppel.Lisemoetspagen.Mathieuis zat.Liseis zat.Paardis zat.Elienmuilt.VanAckeris zat.Kristofmuilt (metElise).Kiki danstalsof haarhoofd erafvalt.Hannemuilt.Lorenzois zat.Eliseis zat.Mieke zegt"amai ik moetstoppen metdrinken" enbestelt nog ene.ToonpraatA.N.Valerieheeft plotseen andereoutfit aan.Ankergebruiktgebarentaal.Iemandbesteldeen flesdrank.Elien zegt"jeej" methaar handenin de lucht.Shpatelvaltomver.Je ziet diekerel metzijn bloemenen hoeden.Ankermuilt.Iemandmoetkotsen.Hannemuilt.Hannegebruikt eenopeningszin.Je ziet eenhomokoppel.Lisemoetspagen.Mathieuis zat.Liseis zat.Paardis zat.Elienmuilt.VanAckeris zat.Kristofmuilt (metElise).Kiki danstalsof haarhoofd erafvalt.Hannemuilt.Lorenzois zat.Eliseis zat.Mieke zegt"amai ik moetstoppen metdrinken" enbestelt nog ene.ToonpraatA.N.Valerieheeft plotseen andereoutfit aan.Ankergebruiktgebarentaal.Iemandbesteldeen flesdrank.Elien zegt"jeej" methaar handenin de lucht.Shpatelvaltomver.Je ziet diekerel metzijn bloemenen hoeden.Ankermuilt.Iemandmoetkotsen.Hannemuilt.

Nieuwjaarsbingo! - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. Hanne gebruikt een openingszin.
  2. Je ziet een homokoppel.
  3. Lise moet spagen.
  4. Mathieu is zat.
  5. Lise is zat.
  6. Paard is zat.
  7. Elien muilt.
  8. Van Acker is zat.
  9. Kristof muilt (met Elise).
  10. Kiki danst alsof haar hoofd eraf valt.
  11. Hanne muilt.
  12. Lorenzo is zat.
  13. Elise is zat.
  14. Mieke zegt "amai ik moet stoppen met drinken" en bestelt nog ene.
  15. Toon praat A.N.
  16. Valerie heeft plots een andere outfit aan.
  17. Anker gebruikt gebarentaal.
  18. Iemand besteld een fles drank.
  19. Elien zegt "jeej" met haar handen in de lucht.
  20. Shpatel valt omver.
  21. Je ziet die kerel met zijn bloemen en hoeden.
  22. Anker muilt.
  23. Iemand moet kotsen.
  24. Hanne muilt.