Van Acker vertelt iets waar niemand iets van snapt. Kristof muilt. (met Elise) Valerie is zat. Elise zegt dat ze zich oud voelt. Iemand komt ongevraagd bij ons dansen. Kiki muilt. Anker gebruikt gebarentaal. Elien is zat. Anker vertelt een mop. Lorenzo is zat. Shpatel verkoopt iemand een mep. Paard flirt met random meisjes. Mieke is zat. Je ziet die kerel met zijn hoeden en bloemen. Mathieu knuffelt iedereen. Kiki vertelt een weetje. Paard muilt. Mathieu is zat. Lise maakt een foto van zichzelf en Hanne. Akabeleiding muilt met elkaar. Je ziet iemand met een hoed. Toon schuurt random. Er valt iemand omver. Hanne gebruikt een openingszin. Van Acker vertelt iets waar niemand iets van snapt. Kristof muilt. (met Elise) Valerie is zat. Elise zegt dat ze zich oud voelt. Iemand komt ongevraagd bij ons dansen. Kiki muilt. Anker gebruikt gebarentaal. Elien is zat. Anker vertelt een mop. Lorenzo is zat. Shpatel verkoopt iemand een mep. Paard flirt met random meisjes. Mieke is zat. Je ziet die kerel met zijn hoeden en bloemen. Mathieu knuffelt iedereen. Kiki vertelt een weetje. Paard muilt. Mathieu is zat. Lise maakt een foto van zichzelf en Hanne. Akabeleiding muilt met elkaar. Je ziet iemand met een hoed. Toon schuurt random. Er valt iemand omver. Hanne gebruikt een openingszin.
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
Van Acker vertelt iets waar niemand iets van snapt.
Kristof muilt. (met Elise)
Valerie is zat.
Elise zegt dat ze zich oud voelt.
Iemand komt ongevraagd bij ons dansen.
Kiki muilt.
Anker gebruikt gebarentaal.
Elien is zat.
Anker vertelt een mop.
Lorenzo is zat.
Shpatel verkoopt iemand een mep.
Paard flirt met random meisjes.
Mieke is zat.
Je ziet die kerel met zijn hoeden en bloemen.
Mathieu knuffelt iedereen.
Kiki vertelt een weetje.
Paard muilt.
Mathieu is zat.
Lise maakt een foto van zichzelf en Hanne.
Akabeleiding muilt met elkaar.
Je ziet iemand met een hoed.
Toon schuurt random.
Er valt iemand omver.
Hanne gebruikt een openingszin.