eenolifantwatheb jestekendekipdeeendhij heeftpijn aanzijn pootdestaartmooigevaarlijkbesturen,rijdenwanneerhetrechthebbenhelpenhij heeftgeenhonddewespmooidekoedepootsomswildgeborenhij kannietlopenprikken,stekendeslangmogendevisdehondde haren,de vachtzomogen,het rechthebbendetijgereenlameenvogelzwemmendeharengevaarlijkJuliettehoudt erniet vanrijdendemuisCédricwoont nietin Parijsmooimijnmoederwerkt nietvliegendekatdat isaardigaaienhetspijtmedeoudersgevaarlijkprikkendekwalhetpaarddewolfdeboerderijhetschaapnogeenspinnognietdedierendeverrassingeendierbesturenwaar isde kathij isdol opspelenik weethet nietdevachtdenachtdetractoreenolifantwatheb jestekendekipdeeendhij heeftpijn aanzijn pootdestaartmooigevaarlijkbesturen,rijdenwanneerhetrechthebbenhelpenhij heeftgeenhonddewespmooidekoedepootsomswildgeborenhij kannietlopenprikken,stekendeslangmogendevisdehondde haren,de vachtzomogen,het rechthebbendetijgereenlameenvogelzwemmendeharengevaarlijkJuliettehoudt erniet vanrijdendemuisCédricwoont nietin Parijsmooimijnmoederwerkt nietvliegendekatdat isaardigaaienhetspijtmedeoudersgevaarlijkprikkendekwalhetpaarddewolfdeboerderijhetschaapnogeenspinnognietdedierendeverrassingeendierbesturenwaar isde kathij isdol opspelenik weethet nietdevachtdenachtdetractor

G1 - App 1 tm 4 - Unite 4 (N-F) - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
  1. een olifant
  2. wat heb je
  3. steken
  4. de kip
  5. de eend
  6. hij heeft pijn aan zijn poot
  7. de staart
  8. mooi
  9. gevaarlijk
  10. besturen, rijden
  11. wanneer
  12. het recht hebben
  13. helpen
  14. hij heeft geen hond
  15. de wesp
  16. mooi
  17. de koe
  18. de poot
  19. soms
  20. wild
  21. geboren
  22. hij kan niet lopen
  23. prikken, steken
  24. de slang
  25. mogen
  26. de vis
  27. de hond
  28. de haren, de vacht
  29. zo
  30. mogen, het recht hebben
  31. de tijger
  32. een lam
  33. een vogel
  34. zwemmen
  35. de haren
  36. gevaarlijk
  37. Juliette houdt er niet van
  38. rijden
  39. de muis
  40. Cédric woont niet in Parijs
  41. mooi
  42. mijn moeder werkt niet
  43. vliegen
  44. de kat
  45. dat is aardig
  46. aaien
  47. het spijt me
  48. de ouders
  49. gevaarlijk
  50. prikken
  51. de kwal
  52. het paard
  53. de wolf
  54. de boerderij
  55. het schaap
  56. nog
  57. een spin
  58. nog niet
  59. de dieren
  60. de verrassing
  61. een dier
  62. besturen
  63. waar is de kat
  64. hij is dol op spelen
  65. ik weet het niet
  66. de vacht
  67. de nacht
  68. de tractor