complex=moeilijkogenblikkelijk=meteenprofiteren=voordeelhebbenvangetuigezijn van=zienalledaags=gewoonspectaculair=bijzonderinternationaal=tussen landentradities=volgensoudegebruikencirca=ongeveerpubliek=aanwezigepersonenexpositie=tentoonstellingproject=voorbereidenen organiserenvan activiteitenmentaal=geestelijkdelicatessen=lekkernijenobjecten=voorwerpenagrarische=met hetboerenbedrijfte makenminuscule=heel ergkleinimago=beeldregionaal=streekgebondenexact=preciesgering=weinigriskant=gevaarlijkemigreren=verhuizennaar anderlandreligies=godsdienstencomplex=moeilijkogenblikkelijk=meteenprofiteren=voordeelhebbenvangetuigezijn van=zienalledaags=gewoonspectaculair=bijzonderinternationaal=tussen landentradities=volgensoudegebruikencirca=ongeveerpubliek=aanwezigepersonenexpositie=tentoonstellingproject=voorbereidenen organiserenvan activiteitenmentaal=geestelijkdelicatessen=lekkernijenobjecten=voorwerpenagrarische=met hetboerenbedrijfte makenminuscule=heel ergkleinimago=beeldregionaal=streekgebondenexact=preciesgering=weinigriskant=gevaarlijkemigreren=verhuizennaar anderlandreligies=godsdiensten

IVKO woordenschatbingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. complex= moeilijk
  2. ogenblikkelijk= meteen
  3. profiteren= voordeel hebben van
  4. getuige zijn van= zien
  5. alledaags= gewoon
  6. spectaculair= bijzonder
  7. internationaal= tussen landen
  8. tradities= volgens oude gebruiken
  9. circa=ongeveer
  10. publiek= aanwezige personen
  11. expositie= tentoonstelling
  12. project= voorbereiden en organiseren van activiteiten
  13. mentaal= geestelijk
  14. delicatessen= lekkernijen
  15. objecten= voorwerpen
  16. agrarische= met het boerenbedrijf te maken
  17. minuscule= heel erg klein
  18. imago= beeld
  19. regionaal= streekgebonden
  20. exact= precies
  21. gering= weinig
  22. riskant= gevaarlijk
  23. emigreren= verhuizen naar ander land
  24. religies= godsdiensten