7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot 9. Zeg dat je iets niet begrijpt 10. Vraag: “Hoe gaat het?” 14. Praat Nederlands met een meisje 2. Praat Nederlands met een klasgenoot 3. Geef de juf of meester een hand 12. Praat Nederlands met de juf of meester 6. Ruim de propjes van de vloer 11. Steek je vinger op 1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester 13. Praat Nederlands met een jongen 4. Help iemand 5. Zet de stoelen en tafels netjes 8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester 7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot 9. Zeg dat je iets niet begrijpt 10. Vraag: “Hoe gaat het?” 14. Praat Nederlands met een meisje 2. Praat Nederlands met een klasgenoot 3. Geef de juf of meester een hand 12. Praat Nederlands met de juf of meester 6. Ruim de propjes van de vloer 11. Steek je vinger op 1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester 13. Praat Nederlands met een jongen 4. Help iemand 5. Zet de stoelen en tafels netjes 8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot
9. Zeg dat je iets niet begrijpt
10. Vraag: “Hoe gaat het?”
14. Praat Nederlands met een meisje
2. Praat Nederlands met een klasgenoot
3. Geef de juf of meester een hand
12. Praat Nederlands met de juf of meester
6. Ruim de propjes van de vloer
11. Steek je vinger op
1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester
13. Praat Nederlands met een jongen
4. Help iemand
5. Zet de stoelen en tafels netjes
8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester