11. Steek je vinger op 8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester 5. Zet de stoelen en tafels netjes 13. Praat Nederlands met een jongen 6. Ruim de propjes van de vloer 14. Praat Nederlands met een meisje 4. Help iemand 9. Zeg dat je iets niet begrijpt 10. Vraag: “Hoe gaat het?” 12. Praat Nederlands met de juf of meester 3. Geef de juf of meester een hand 7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot 2. Praat Nederlands met een klasgenoot 1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester 11. Steek je vinger op 8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester 5. Zet de stoelen en tafels netjes 13. Praat Nederlands met een jongen 6. Ruim de propjes van de vloer 14. Praat Nederlands met een meisje 4. Help iemand 9. Zeg dat je iets niet begrijpt 10. Vraag: “Hoe gaat het?” 12. Praat Nederlands met de juf of meester 3. Geef de juf of meester een hand 7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot 2. Praat Nederlands met een klasgenoot 1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
11. Steek je vinger op
8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester
5. Zet de stoelen en tafels netjes
13. Praat Nederlands met een jongen
6. Ruim de propjes van de vloer
14. Praat Nederlands met een meisje
4. Help iemand
9. Zeg dat je iets niet begrijpt
10. Vraag: “Hoe gaat het?”
12. Praat Nederlands met de juf of meester
3. Geef de juf of meester een hand
7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot
2. Praat Nederlands met een klasgenoot
1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester