1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester 8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester 12. Praat Nederlands met de juf of meester 5. Zet de stoelen en tafels netjes 2. Praat Nederlands met een klasgenoot 6. Ruim de propjes van de vloer 13. Praat Nederlands met een jongen 3. Geef de juf of meester een hand 10. Vraag: “Hoe gaat het?” 4. Help iemand 14. Praat Nederlands met een meisje 11. Steek je vinger op 7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot 9. Zeg dat je iets niet begrijpt 1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester 8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester 12. Praat Nederlands met de juf of meester 5. Zet de stoelen en tafels netjes 2. Praat Nederlands met een klasgenoot 6. Ruim de propjes van de vloer 13. Praat Nederlands met een jongen 3. Geef de juf of meester een hand 10. Vraag: “Hoe gaat het?” 4. Help iemand 14. Praat Nederlands met een meisje 11. Steek je vinger op 7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot 9. Zeg dat je iets niet begrijpt
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
1. Zeg goedemorgen tegen de juf of de meester
8. Zeg dankjewel tegen de juf of meester
12. Praat Nederlands met de juf of meester
5. Zet de stoelen en tafels netjes
2. Praat Nederlands met een klasgenoot
6. Ruim de propjes van de vloer
13. Praat Nederlands met een jongen
3. Geef de juf of meester een hand
10. Vraag: “Hoe gaat het?”
4. Help iemand
14. Praat Nederlands met een meisje
11. Steek je vinger op
7. Zeg iets liefs tegen een klasgenoot
9. Zeg dat je iets niet begrijpt