Waarstaat __in devriezer?Welkeoestershebbenwe?Wil jijgemarineerderuit halen?Mag ik __kwastjesvan je?Marijnhou jemondGaan wenogkoffie doenof hoe zit hetWaar ishetbroodmesKOFFIE!!!!Wil jijde wc’sdoen?Wil jijoesters voormeopenmaken?Wil jij dekaartjesdoen?Waar isPeterDrijver?Ik pak delaatsteharingDit wasom meete nemen!Mag ikeensnijplank?Hebbenwe nogmosselen?Wil jijaanvullen?Is eriemandboven?Is dewasgedaan?Hoelangpauze?FfmeegevenaubIk ga ffrokenWil je er ffwat afwasdoorheendoenWaarstaat __in dekassa?Hoeveelharingmoet jevandaag?Waarstaat __in devriezer?Welkeoestershebbenwe?Wil jijgemarineerderuit halen?Mag ik __kwastjesvan je?Marijnhou jemondGaan wenogkoffie doenof hoe zit hetWaar ishetbroodmesKOFFIE!!!!Wil jijde wc’sdoen?Wil jijoesters voormeopenmaken?Wil jij dekaartjesdoen?Waar isPeterDrijver?Ik pak delaatsteharingDit wasom meete nemen!Mag ikeensnijplank?Hebbenwe nogmosselen?Wil jijaanvullen?Is eriemandboven?Is dewasgedaan?Hoelangpauze?FfmeegevenaubIk ga ffrokenWil je er ffwat afwasdoorheendoenWaarstaat __in dekassa?Hoeveelharingmoet jevandaag?

Vismarkt/Visspecialist Bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
O
2
B
3
I
4
I
5
O
6
N
7
O
8
I
9
B
10
O
11
N
12
B
13
B
14
N
15
B
16
G
17
G
18
O
19
N
20
G
21
I
22
N
23
I
24
G
25
G
  1. O-Waar staat __ in de vriezer?
  2. B-Welke oesters hebben we?
  3. I-Wil jij gemarineerd eruit halen?
  4. I-Mag ik __ kwastjes van je?
  5. O-Marijn hou je mond
  6. N-Gaan we nog koffie doen of hoe zit het
  7. O-Waar is het broodmes
  8. I-KOFFIE!!!!
  9. B-Wil jij de wc’s doen?
  10. O-Wil jij oesters voor me openmaken?
  11. N-Wil jij de kaartjes doen?
  12. B-Waar is Peter Drijver?
  13. B-Ik pak de laatste haring
  14. N-Dit was om mee te nemen!
  15. B-Mag ik een snijplank?
  16. G-Hebben we nog mosselen?
  17. G-Wil jij aanvullen?
  18. O-Is er iemand boven?
  19. N-Is de was gedaan?
  20. G-Hoe lang pauze?
  21. I-Ff meegeven aub
  22. N-Ik ga ff roken
  23. I-Wil je er ff wat afwas doorheen doen
  24. G-Waar staat __ in de kassa?
  25. G-Hoeveel haring moet je vandaag?