Je date heeft gezoend Je date schrijft in het vriendenboekje Je belt iemand die je niet had moeten bellen Je hebt ergens alcohol vandaan getoverd Je hebt romantisch gedanst Je bent uit je kleren gegaan Je hebt gekotst Je hebt gezoend Aspi zegt Leuk Je date heeft naast je geslapen Je gebruikt 'terremin' Je date neemt een henkes Je wisselt nummers uit Je hebt 2 flessen wijn op Je hebt een gang gemist Je date heeft geholpen met koken Je maakt iets kapot Je hebt geneukt Je weet nog 3 feitjes over je date Je hebt een waterval ingezet Je bent gevallen Je weet het stopwoordje van je date Je laat je date je kamer zien Je wint een what are the odds Je date heeft gezoend Je date schrijft in het vriendenboekje Je belt iemand die je niet had moeten bellen Je hebt ergens alcohol vandaan getoverd Je hebt romantisch gedanst Je bent uit je kleren gegaan Je hebt gekotst Je hebt gezoend Aspi zegt Leuk Je date heeft naast je geslapen Je gebruikt 'terremin' Je date neemt een henkes Je wisselt nummers uit Je hebt 2 flessen wijn op Je hebt een gang gemist Je date heeft geholpen met koken Je maakt iets kapot Je hebt geneukt Je weet nog 3 feitjes over je date Je hebt een waterval ingezet Je bent gevallen Je weet het stopwoordje van je date Je laat je date je kamer zien Je wint een what are the odds
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
O-Je date heeft gezoend
G-Je date schrijft in het vriendenboekje
N-Je belt iemand die je niet had moeten bellen
B-Je hebt ergens alcohol vandaan getoverd
G-Je hebt romantisch gedanst
G-Je bent uit je kleren gegaan
B-Je hebt gekotst
N-Je hebt gezoend
O-Aspi zegt Leuk
I-Je date heeft naast je geslapen
N-Je gebruikt 'terremin'
O-Je date neemt een henkes
O-Je wisselt nummers uit
G-Je hebt 2 flessen wijn op
G-Je hebt een gang gemist
N-Je date heeft geholpen met koken
B-Je maakt iets kapot
I-Je hebt geneukt
O-Je weet nog 3 feitjes over je date
I-Je hebt een waterval ingezet
B-Je bent gevallen
B-Je weet het stopwoordje van je date
I-Je laat je date je kamer zien
I-Je wint een what are the odds