Hij/zij wordtsoms boos bijeen spelletje. naam: .............Hij/zij leest heelsnel.  naam: .............Hij/zij vindt heteen mooi boek.  naam: .............Hij/zij leest veelboeken.  naam: .............Hij/zij vond hettoneeltje eenleuke opdracht. naam: .............Hij/zij zal hetboek meenemenuit de bib. naam: .............Hij/zij heeft aleens ruziegehad met eenvriend. naam: .............Hij/zij vindtlezen leuk.  naam: .............Hij/zij gaat nietgraag naar bedzoals Toon. naam: .............Hij/zij vindt hetverhaaldroevig. naam: .............Hij/zij schrijfteen brief vooreen vriend. naam: .............Hij/zij wordtsoms boos bijeen spelletje. naam: .............Hij/zij leest heelsnel.  naam: .............Hij/zij vindt heteen mooi boek.  naam: .............Hij/zij leest veelboeken.  naam: .............Hij/zij vond hettoneeltje eenleuke opdracht. naam: .............Hij/zij zal hetboek meenemenuit de bib. naam: .............Hij/zij heeft aleens ruziegehad met eenvriend. naam: .............Hij/zij vindtlezen leuk.  naam: .............Hij/zij gaat nietgraag naar bedzoals Toon. naam: .............Hij/zij vindt hetverhaaldroevig. naam: .............Hij/zij schrijfteen brief vooreen vriend. naam: .............

Untitled Bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
  1. Hij/zij wordt soms boos bij een spelletje. naam: .............
  2. Hij/zij leest heel snel. naam: .............
  3. Hij/zij vindt het een mooi boek. naam: .............
  4. Hij/zij leest veel boeken. naam: .............
  5. Hij/zij vond het toneeltje een leuke opdracht. naam: .............
  6. Hij/zij zal het boek meenemen uit de bib. naam: .............
  7. Hij/zij heeft al eens ruzie gehad met een vriend. naam: .............
  8. Hij/zij vindt lezen leuk. naam: .............
  9. Hij/zij gaat niet graag naar bed zoals Toon. naam: .............
  10. Hij/zij vindt het verhaal droevig. naam: .............
  11. Hij/zij schrijft een brief voor een vriend. naam: .............