Kaj & Charley's Bruiloft Bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.

1. Je spot een vlinder
2. Je haalt een drankje voor een ander
3. Er zit een beest in je drankje
4. Er komen gênante foto's voorbij
5. Iemand laat een boer
6. Er worden bellen geblazen
7. Iemand begint over toekomstige kinderen van het bruidspaar
8. Je haalt een lekker bakkie bij LekkerBakkie
9. Iemand is zijn wasknijper kwijt
10. Er is vuur!
11. Er wordt geproost
12. "Het wordt zowaar een beetje fris."
13. Iemand heeft een aanval van 'Happy Tears'
14. Er wordt make-up bijgewerkt
15. Iemand staat op de jurk van de bruid
16. Iemands hakken zakken in de grond
17. Iemand heeft een valse bingo
18. Je vraagt iemand ten dans
19. Je vindt het nichtje van de bruidegom
20. Er wordt een microfoon getest
21. Er wordt gezongen
22. Een onbekend persoon stelt zich voor
23. Je vindt de ontwerper van de trouwkaart
24. Er wordt uit het niets een burger aangeboden
25. De bruid is zoek
26. Iemand begint over het aanzoek van het bruidspaar
27. Oh nee, regen!
28. De bruidegom is zoek
29. Iemand maakt een selfie
30. Er wordt een foto van je gemaakt
31. Iemand laat een drankje vallen
32. Er vindt een schoenwissel plaats
33. Een foute meezinger bij het kampvuur
34. Iemand valt in slaap
35. Iemand neemt een tweede stuk taart
36. Iemand laat een traan
37. Er wordt een 'That's what she said'-grap gemaakt
38. Iemand heeft de slappe lach
39. Er wordt een gênant stukje opgevoerd
40. Je staat op een groepsfoto
41. Iemand gaat naar huis met een dromenvanger
42. Je maakt een foto met een wegwerpcamera
43. Er wordt muziek gemaakt
44. Er wordt gesjanst
45. Je vindt het broertje van de bruid
46. Iemand moet de tent nog opzetten
47. Iemand loopt op blote voeten
48. Iemand moet zijn telefoon opladen
49. Er wordt een kaartspel gespeeld
50. Iemand houdt een speech
51. Je maakt een pagina voor het gastenboek
52. Iemand schept voor de derde keer op (Wat betreft eten, niet ego)
53. Iemand doet een radslag
54. Iemand neemt twee verschillende stukken taart
55. Iemand wikkelt zichzelf in een dekentje
56. Iemand heeft bloemen in het haar
57. Iemand zoekt iets op op de trouwwebsite
58. Er gaat confetti te vroeg de lucht in
59. Iemand moet meer bier hebben
60. Het is lekker zonnig
61. Je speelt een spelletje
62. Er wordt gedanst
63. Iemand knoeit tijdens het eten
64. Je vindt de moeder van de bruidegom
65. Er knalt een kurk van de fles
66. De maan staat aan de hemel
67. Iemand zoekt de koffie-kar
68. Iemand juicht het uit van vreugde
69. Iemand doet 'de robot' op de dansvloer
70. Je vindt de kippen en konijnen
71. Je vindt de moeder van de bruid
72. Iemand is zijn zonnebril kwijt/vergeten
73. Je vindt mensen met dezelfde naam
74. Iemand tikt op zijn glas voor een speech
75. Het vuur is bijna gedoofd