In een boomheeftgeklommen.Naar eenanderland isgeweest.In eenhangmatheeftgelegen.Meerdereboekenheeftuitgelezen.Aan eenschoolvakheeftgewerkt.In eenbungalowisgeweest.In Nederlandop vakantieis geweest.Heeftgezwommenin hetzwembad.Naar debioscoopisgeweest.Met eenklasgenootheeftbuitengespeeld.Een juf ofmeester istegengekomenin de vakantie.Lekkerthuis isgebleven.Snoepheeftgekocht.Heeftgezwommenin een meerof rivier.InFrankrijkwas.In eenpretparkisgeweest.Op eentrampolineheeftgesprongen.In een tentof caravanheeftgeslapen.Een visheeftaangeraakt.Klusjesheeftgedaanvoor geld.Boodschappenheeft gedaanvoor hetavondeten.Garnalenheeftgegeten.Ziek isgeweestin devakantie.Een boekheeftuitgelezen.In een boomheeftgeklommen.Naar eenanderland isgeweest.In eenhangmatheeftgelegen.Meerdereboekenheeftuitgelezen.Aan eenschoolvakheeftgewerkt.In eenbungalowisgeweest.In Nederlandop vakantieis geweest.Heeftgezwommenin hetzwembad.Naar debioscoopisgeweest.Met eenklasgenootheeftbuitengespeeld.Een juf ofmeester istegengekomenin de vakantie.Lekkerthuis isgebleven.Snoepheeftgekocht.Heeftgezwommenin een meerof rivier.InFrankrijkwas.In eenpretparkisgeweest.Op eentrampolineheeftgesprongen.In een tentof caravanheeftgeslapen.Een visheeftaangeraakt.Klusjesheeftgedaanvoor geld.Boodschappenheeft gedaanvoor hetavondeten.Garnalenheeftgegeten.Ziek isgeweestin devakantie.Een boekheeftuitgelezen.

Zoek iemand die? - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. In een boom heeft geklommen.
  2. Naar een ander land is geweest.
  3. In een hangmat heeft gelegen.
  4. Meerdere boeken heeft uitgelezen.
  5. Aan een schoolvak heeft gewerkt.
  6. In een bungalow is geweest.
  7. In Nederland op vakantie is geweest.
  8. Heeft gezwommen in het zwembad.
  9. Naar de bioscoop is geweest.
  10. Met een klasgenoot heeft buitengespeeld.
  11. Een juf of meester is tegengekomen in de vakantie.
  12. Lekker thuis is gebleven.
  13. Snoep heeft gekocht.
  14. Heeft gezwommen in een meer of rivier.
  15. In Frankrijk was.
  16. In een pretpark is geweest.
  17. Op een trampoline heeft gesprongen.
  18. In een tent of caravan heeft geslapen.
  19. Een vis heeft aangeraakt.
  20. Klusjes heeft gedaan voor geld.
  21. Boodschappen heeft gedaan voor het avondeten.
  22. Garnalen heeft gegeten.
  23. Ziek is geweest in de vakantie.
  24. Een boek heeft uitgelezen.