is metoudersweggeweestheeft eenboekgelezenheeftgesportis zonderoudersweggeweestheeft ineen hotelgeslapenis op hetwatergeweestheeft eenfijnevakantiegehadheeft eenfestivalbezochtis buitenEuropageweestheeftzichverveeldheeftzin inschoolheeft ietsgewonnenis inNederlandgeblevenis opkampgeweestheeft eenkaartjegeschrevenis ietskwijtgeraaktheeftgekooktheeft eenmuseumbezochtis naareenpretparkgeweesthad geenlast vande zonheeft eenbarbecuegedaanheeft eennachtspelgedaanheeftgevlogenDemeivakantieheeft ineen tentgeslapenis metoudersweggeweestheeft eenboekgelezenheeftgesportis zonderoudersweggeweestheeft ineen hotelgeslapenis op hetwatergeweestheeft eenfijnevakantiegehadheeft eenfestivalbezochtis buitenEuropageweestheeftzichverveeldheeftzin inschoolheeft ietsgewonnenis inNederlandgeblevenis opkampgeweestheeft eenkaartjegeschrevenis ietskwijtgeraaktheeftgekooktheeft eenmuseumbezochtis naareenpretparkgeweesthad geenlast vande zonheeft eenbarbecuegedaanheeft eennachtspelgedaanheeftgevlogenDemeivakantieheeft ineen tentgeslapen

Vakantie Bingo! - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
N
2
I
3
I
4
N
5
I
6
I
7
O
8
G
9
O
10
B
11
B
12
B
13
O
14
I
15
G
16
B
17
G
18
N
19
B
20
O
21
N
22
O
23
G
24
N
25
G
  1. N-is met ouders weg geweest
  2. I-heeft een boek gelezen
  3. I-heeft gesport
  4. N-is zonder ouders weg geweest
  5. I-heeft in een hotel geslapen
  6. I-is op het water geweest
  7. O-heeft een fijne vakantie gehad
  8. G-heeft een festival bezocht
  9. O-is buiten Europa geweest
  10. B-heeft zich verveeld
  11. B-heeft zin in school
  12. B-heeft iets gewonnen
  13. O-is in Nederland gebleven
  14. I-is op kamp geweest
  15. G-heeft een kaartje geschreven
  16. B-is iets kwijtgeraakt
  17. G-heeft gekookt
  18. N-heeft een museum bezocht
  19. B-is naar een pretpark geweest
  20. O-had geen last van de zon
  21. N-heeft een barbecue gedaan
  22. O-heeft een nachtspel gedaan
  23. G-heeft gevlogen
  24. N-De meivakantie
  25. G-heeft in een tent geslapen