Als hij of zij dehoofdpersoontegenwerkt / hetprobleemveroorzaakt oferger maaktC: Bij hetoplossengaat vanalles misOnzichtbarekenmerkenB: Ergaat ietsmisOm uit teleggenwaarom jeiets vindtE: Er komttoch eenoplossingvoor hetprobleemAls hetniet echtkangebeurenAls degebeurtenissendoor elkaarheen verteldworden (heden/ verleden)Als hetecht zoukunnengebeurenHoe lang hetverhaal duurtvan begin toteindOm aan tegeven wat jevan eenverhaal vindtUiterlijkAls dehoofdpersooneengebeurtenis uithet verledengaat vertellen.WaargebeurdDwaalspoorVragenoproepenD: Dehoofdpersoonkomt in eencrisisInformatiegevenIn de juistetijdsvolgordeKenmerken die bijeen bepaaldtijdperk horen –Nu; smartphones /tablets. Oorlog;bommenOnverwachtegebeurtenisAntwoordenuitstellenVerzonnenverhaalKaraktereigenschappen(innerlijk)Vertelt het verhaal,leer je van binnenuitkennen, je kent degedachtes engevoelens, heeft(veel) verschillendeeigenschappenDe schrijverslaat eenperiodeoverAndereverhaallijnAls hij of zij dehoofdpersoonwil helpen metzijn/haarprobleemA: Verhaal begint,je leert depersonen kennen,je weet waar enwanneer eenverhaal speeltEengevaarlijkesituatiecreërenEenengeplaatsAls hij of zij dehoofdpersoontegenwerkt / hetprobleemveroorzaakt oferger maaktC: Bij hetoplossengaat vanalles misOnzichtbarekenmerkenB: Ergaat ietsmisOm uit teleggenwaarom jeiets vindtE: Er komttoch eenoplossingvoor hetprobleemAls hetniet echtkangebeurenAls degebeurtenissendoor elkaarheen verteldworden (heden/ verleden)Als hetecht zoukunnengebeurenHoe lang hetverhaal duurtvan begin toteindOm aan tegeven wat jevan eenverhaal vindtUiterlijkAls dehoofdpersooneengebeurtenis uithet verledengaat vertellen.WaargebeurdDwaalspoorVragenoproepenD: Dehoofdpersoonkomt in eencrisisInformatiegevenIn de juistetijdsvolgordeKenmerken die bijeen bepaaldtijdperk horen –Nu; smartphones /tablets. Oorlog;bommenOnverwachtegebeurtenisAntwoordenuitstellenVerzonnenverhaalKaraktereigenschappen(innerlijk)Vertelt het verhaal,leer je van binnenuitkennen, je kent degedachtes engevoelens, heeft(veel) verschillendeeigenschappenDe schrijverslaat eenperiodeoverAndereverhaallijnAls hij of zij dehoofdpersoonwil helpen metzijn/haarprobleemA: Verhaal begint,je leert depersonen kennen,je weet waar enwanneer eenverhaal speeltEengevaarlijkesituatiecreërenEenengeplaats

3BBL - Fictie blok 1 t/m 6 - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
  1. Als hij of zij de hoofdpersoon tegenwerkt / het probleem veroorzaakt of erger maakt
  2. C: Bij het oplossen gaat van alles mis
  3. Onzichtbare kenmerken
  4. B: Er gaat iets mis
  5. Om uit te leggen waarom je iets vindt
  6. E: Er komt toch een oplossing voor het probleem
  7. Als het niet echt kan gebeuren
  8. Als de gebeurtenissen door elkaar heen verteld worden (heden / verleden)
  9. Als het echt zou kunnen gebeuren
  10. Hoe lang het verhaal duurt van begin tot eind
  11. Om aan te geven wat je van een verhaal vindt
  12. Uiterlijk
  13. Als de hoofdpersoon een gebeurtenis uit het verleden gaat vertellen.
  14. Waargebeurd
  15. Dwaalspoor
  16. Vragen oproepen
  17. D: De hoofdpersoon komt in een crisis
  18. Informatie geven
  19. In de juiste tijdsvolgorde
  20. Kenmerken die bij een bepaald tijdperk horen – Nu; smartphones / tablets. Oorlog; bommen
  21. Onverwachte gebeurtenis
  22. Antwoorden uitstellen
  23. Verzonnen verhaal
  24. Karaktereigenschappen (innerlijk)
  25. Vertelt het verhaal, leer je van binnenuit kennen, je kent de gedachtes en gevoelens, heeft (veel) verschillende eigenschappen
  26. De schrijver slaat een periode over
  27. Andere verhaallijn
  28. Als hij of zij de hoofdpersoon wil helpen met zijn/haar probleem
  29. A: Verhaal begint, je leert de personen kennen, je weet waar en wanneer een verhaal speelt
  30. Een gevaarlijke situatie creëren
  31. Een enge plaats