ellesvont =zij gaannoussommes= wij zijnaller =gaantu fais =jij doet,maaktvous faites =u doet,maakt / julliedoen, makentu vas= jijgaatelles ont= zijhebbenelle fait =zij doet,maaktje vais= ik ganousavons =wijhebbenil fait =hij doet,maaktellessont =zij zijnnousallons =wij gaantu as =jij hebtelles font= zij doen,makenvous allez= u gaat,jullie gaanj’ai =ik hebil va =hij gaattu es =jij bentvous êtes= u bent,jullie zijnils sont= zijzijnje fais =ik doe,maakil a =hijheeftil est= hij iselle va= zijgaaton est =men is,wij zijnils font =zij doen,makenfaire =doen/makenje suis= ikbennousfaisons =wij doen,makenelle a =zijheeftavoir =hebbenvous avez= u heeft,julliehebbenon va =men gaat,wij gaanelle est= zij isils vont= zijgaanils ont= zijhebbenon a =menheeft, wijhebbenêtre= zijnellesvont =zij gaannoussommes= wij zijnaller =gaantu fais =jij doet,maaktvous faites =u doet,maakt / julliedoen, makentu vas= jijgaatelles ont= zijhebbenelle fait =zij doet,maaktje vais= ik ganousavons =wijhebbenil fait =hij doet,maaktellessont =zij zijnnousallons =wij gaantu as =jij hebtelles font= zij doen,makenvous allez= u gaat,jullie gaanj’ai =ik hebil va =hij gaattu es =jij bentvous êtes= u bent,jullie zijnils sont= zijzijnje fais =ik doe,maakil a =hijheeftil est= hij iselle va= zijgaaton est =men is,wij zijnils font =zij doen,makenfaire =doen/makenje suis= ikbennousfaisons =wij doen,makenelle a =zijheeftavoir =hebbenvous avez= u heeft,julliehebbenon va =men gaat,wij gaanelle est= zij isils vont= zijgaanils ont= zijhebbenon a =menheeft, wijhebbenêtre= zijn

Werkwoorden Frans 1mh - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
  1. elles vont = zij gaan
  2. nous sommes = wij zijn
  3. aller = gaan
  4. tu fais = jij doet, maakt
  5. vous faites = u doet, maakt / jullie doen, maken
  6. tu vas = jij gaat
  7. elles ont = zij hebben
  8. elle fait = zij doet, maakt
  9. je vais = ik ga
  10. nous avons = wij hebben
  11. il fait = hij doet, maakt
  12. elles sont = zij zijn
  13. nous allons = wij gaan
  14. tu as = jij hebt
  15. elles font = zij doen, maken
  16. vous allez = u gaat, jullie gaan
  17. j’ai = ik heb
  18. il va = hij gaat
  19. tu es = jij bent
  20. vous êtes = u bent, jullie zijn
  21. ils sont = zij zijn
  22. je fais = ik doe, maak
  23. il a = hij heeft
  24. il est = hij is
  25. elle va = zij gaat
  26. on est = men is, wij zijn
  27. ils font = zij doen, maken
  28. faire = doen/maken
  29. je suis = ik ben
  30. nous faisons = wij doen, maken
  31. elle a = zij heeft
  32. avoir = hebben
  33. vous avez = u heeft, jullie hebben
  34. on va = men gaat, wij gaan
  35. elle est = zij is
  36. ils vont = zij gaan
  37. ils ont = zij hebben
  38. on a = men heeft, wij hebben
  39. être = zijn