Kan 5Vlaamsebadstedenopnoemen.Is steedsop tijd inde les.Kan eenmopvertellen.Zit vaakopFacebook.Werktgraag ingroep.Kan goed overwegmettekstverwerking/Word.Kan 2 redenengeven waaromeen goedeopleidingbelangrijk is.Kan dehoofdstadvanTsjechiëbenoemen.Heefteenrijbewijs.Kan 5vissoortenopnoemen.Kent een toffeBelgische stad omte bezoeken enweet ook tezeggen wat zo demoeite is aandeze stad.Kan 3vaardighedenopsommen dievan belang zijnvoor zijn/haarstudierichting.Weet wiede premiervan Belgiëis.Weet wie deTour 2015gewonnenheeft.Kan metde orenflapperen.Kan 5Vlaamsebadstedenopnoemen.Is steedsop tijd inde les.Kan eenmopvertellen.Zit vaakopFacebook.Werktgraag ingroep.Kan goed overwegmettekstverwerking/Word.Kan 2 redenengeven waaromeen goedeopleidingbelangrijk is.Kan dehoofdstadvanTsjechiëbenoemen.Heefteenrijbewijs.Kan 5vissoortenopnoemen.Kent een toffeBelgische stad omte bezoeken enweet ook tezeggen wat zo demoeite is aandeze stad.Kan 3vaardighedenopsommen dievan belang zijnvoor zijn/haarstudierichting.Weet wiede premiervan Belgiëis.Weet wie deTour 2015gewonnenheeft.Kan metde orenflapperen.

Focusgroep - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
  1. Kan 5 Vlaamse badsteden opnoemen.
  2. Is steeds op tijd in de les.
  3. Kan een mop vertellen.
  4. Zit vaak op Facebook.
  5. Werkt graag in groep.
  6. Kan goed overweg met tekstverwerking/Word.
  7. Kan 2 redenen geven waarom een goede opleiding belangrijk is.
  8. Kan de hoofdstad van Tsjechië benoemen.
  9. Heeft een rijbewijs.
  10. Kan 5 vissoorten opnoemen.
  11. Kent een toffe Belgische stad om te bezoeken en weet ook te zeggen wat zo de moeite is aan deze stad.
  12. Kan 3 vaardigheden opsommen die van belang zijn voor zijn/haar studierichting.
  13. Weet wie de premier van België is.
  14. Weet wie de Tour 2015 gewonnen heeft.
  15. Kan met de oren flapperen.