Aurevoir!Totziens!ilpassehijbrengtdoorlecopaindevriendj'organiseikorganiseerMon numérode téléphonec'est le .......Mijntelefoonnummeris ...bizarrevreemdj'habiteikwoongénialgeweldigpetit(e)kleinaiderhelpenonadorewij zijndol opcooltegekTuhabitesoù?Waarwoonjij?leproblèmehetprobleemaussiookJ'ai ...ansIk ben... jaar.ensemblesamengrand(e)grootleportablehetmobieltjepresquebijnalaFranceFrankrijkbienvenuewelkomJem'appelleLéa ettoi?Ik heetLéa enjij?lamerdezeemercibedanktTu asunesoeur?Heb jijeenzus?jesuisikbenlepayshetlandlemessagehetberichtiljouehijspeeltdemainmorgenBonjour,ça va?Hallo,hoe gaathet?saluthoiJ'habiteà Paris.Ik woonin Parijs.lasemainedeweekmamèremijnmoederlaplagehetstrandbeaucoupveellecousindeneefpourquoiwaaromC'estquoi?Wat isdat?Quel esttonnuméro detéléphone?Wat is jetelefoonnummer?maintenantnuicihierlefrèredebroeril y aer is,er zijnmonpèremijnvadervoilàalstublieft(als jeiets geeft)maismaarleprixdeprijslelapinhetkonijnOui, j'aiun chien,Hector.Ja, ik hebeen hond,Hector.chouettetegekTu asquelâge?Hoeoudben jij?alorsdus,dandoncdusJ'ai unfrère.Ik hebeenbroer.mignonleuk,schattiglechatdekatonva àwijgaannaarquandwanneeroncontinuewijgaandoorenvacancesopvakantielacousinedenichtj'aimeik houdvanregardekijklechiendehondlepoissondevispourmoivoormijj'ai unesoeur.Ik hebeenzus.Tu asunfrère?Heb jijeenbroer?ilrestehijblijftTu asunchien?Heb jijeenhond?Ça vabien.Hetgaatgoed.lafamilledefamilieJem'appelleNoah.Ik heetNoah.lacopinedevriendinaujourd'huivandaagpeut-êtremisschienlasoeurdezusquelquechoseietsAurevoir!Totziens!ilpassehijbrengtdoorlecopaindevriendj'organiseikorganiseerMon numérode téléphonec'est le .......Mijntelefoonnummeris ...bizarrevreemdj'habiteikwoongénialgeweldigpetit(e)kleinaiderhelpenonadorewij zijndol opcooltegekTuhabitesoù?Waarwoonjij?leproblèmehetprobleemaussiookJ'ai ...ansIk ben... jaar.ensemblesamengrand(e)grootleportablehetmobieltjepresquebijnalaFranceFrankrijkbienvenuewelkomJem'appelleLéa ettoi?Ik heetLéa enjij?lamerdezeemercibedanktTu asunesoeur?Heb jijeenzus?jesuisikbenlepayshetlandlemessagehetberichtiljouehijspeeltdemainmorgenBonjour,ça va?Hallo,hoe gaathet?saluthoiJ'habiteà Paris.Ik woonin Parijs.lasemainedeweekmamèremijnmoederlaplagehetstrandbeaucoupveellecousindeneefpourquoiwaaromC'estquoi?Wat isdat?Quel esttonnuméro detéléphone?Wat is jetelefoonnummer?maintenantnuicihierlefrèredebroeril y aer is,er zijnmonpèremijnvadervoilàalstublieft(als jeiets geeft)maismaarleprixdeprijslelapinhetkonijnOui, j'aiun chien,Hector.Ja, ik hebeen hond,Hector.chouettetegekTu asquelâge?Hoeoudben jij?alorsdus,dandoncdusJ'ai unfrère.Ik hebeenbroer.mignonleuk,schattiglechatdekatonva àwijgaannaarquandwanneeroncontinuewijgaandoorenvacancesopvakantielacousinedenichtj'aimeik houdvanregardekijklechiendehondlepoissondevispourmoivoormijj'ai unesoeur.Ik hebeenzus.Tu asunfrère?Heb jijeenbroer?ilrestehijblijftTu asunchien?Heb jijeenhond?Ça vabien.Hetgaatgoed.lafamilledefamilieJem'appelleNoah.Ik heetNoah.lacopinedevriendinaujourd'huivandaagpeut-êtremisschienlasoeurdezusquelquechoseiets

woordjes hoofdstuk 1 - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
  1. Tot ziens!
    Au revoir!
  2. hij brengt door
    il passe
  3. de vriend
    le copain
  4. ik organiseer
    j'organise
  5. Mijn telefoonnummer is ...
    Mon numéro de téléphone c'est le .......
  6. vreemd
    bizarre
  7. ik woon
    j'habite
  8. geweldig
    génial
  9. klein
    petit(e)
  10. helpen
    aider
  11. wij zijn dol op
    on adore
  12. te gek
    cool
  13. Waar woon jij?
    Tu habites où?
  14. het probleem
    le problème
  15. ook
    aussi
  16. Ik ben ... jaar.
    J'ai ... ans
  17. samen
    ensemble
  18. groot
    grand(e)
  19. het mobieltje
    le portable
  20. bijna
    presque
  21. Frankrijk
    la France
  22. welkom
    bienvenue
  23. Ik heet Léa en jij?
    Je m'appelle Léa et toi?
  24. de zee
    la mer
  25. bedankt
    merci
  26. Heb jij een zus?
    Tu as une soeur?
  27. ik ben
    je suis
  28. het land
    le pays
  29. het bericht
    le message
  30. hij speelt
    il joue
  31. morgen
    demain
  32. Hallo, hoe gaat het?
    Bonjour, ça va?
  33. hoi
    salut
  34. Ik woon in Parijs.
    J'habite à Paris.
  35. de week
    la semaine
  36. mijn moeder
    ma mère
  37. het strand
    la plage
  38. veel
    beaucoup
  39. de neef
    le cousin
  40. waarom
    pourquoi
  41. Wat is dat?
    C'est quoi?
  42. Wat is je telefoonnummer?
    Quel est ton numéro de téléphone?
  43. nu
    maintenant
  44. hier
    ici
  45. de broer
    le frère
  46. er is, er zijn
    il y a
  47. mijn vader
    mon père
  48. alstublieft (als je iets geeft)
    voilà
  49. maar
    mais
  50. de prijs
    le prix
  51. het konijn
    le lapin
  52. Ja, ik heb een hond, Hector.
    Oui, j'ai un chien, Hector.
  53. te gek
    chouette
  54. Hoe oud ben jij?
    Tu as quel âge?
  55. dus, dan
    alors
  56. dus
    donc
  57. Ik heb een broer.
    J'ai un frère.
  58. leuk, schattig
    mignon
  59. de kat
    le chat
  60. wij gaan naar
    on va à
  61. wanneer
    quand
  62. wij gaan door
    on continue
  63. op vakantie
    en vacances
  64. de nicht
    la cousine
  65. ik houd van
    j'aime
  66. kijk
    regarde
  67. de hond
    le chien
  68. de vis
    le poisson
  69. voor mij
    pour moi
  70. Ik heb een zus.
    j'ai une soeur.
  71. Heb jij een broer?
    Tu as un frère?
  72. hij blijft
    il reste
  73. Heb jij een hond?
    Tu as un chien?
  74. Het gaat goed.
    Ça va bien.
  75. de familie
    la famille
  76. Ik heet Noah.
    Je m'appelle Noah.
  77. de vriendin
    la copine
  78. vandaag
    aujourd'hui
  79. misschien
    peut-être
  80. de zus
    la soeur
  81. iets
    quelque chose