een N in haar naam heeft. in de horeca werkt. met de scooter naar school gaat. graag aan het koken is. van de lente houdt. met de fiets naar school gaat. graag in de tuin bezig is. zusje(s) heeft. linkshandig zijn. taal een leuk vak vindt. graag hardlopen. rechtshandig zijn. beeldende vorming een leuk vak vindt. hetzelfde eten lekker vindt. een rat heeft als huisdier. in dezelfde stad woont. op dansen zitten. bij de Dirk werkt. piano kan spelen. al eens voor de klas heeft gestaan. naar dezelfde muziek luistert. veel sport. al bekend is binnen de Thomas More. graag een gesprek aangaat. tweeling is. met de tram naar school gaat. graag naar buiten gaat. een goudvis heeft. bij de plus werkt. met de metro naar school gaat. in een andere klas zit. in de herfst jarig is. ouder is dan 18. hockey speelt. dezelfde kleur sokken heeft. geschiedenis een leuk vak vindt. in de winter jarig is. in de lente jarig is. graag tv kijkt. dezelfde kledingstijl heeft. hiervoor een andere studie heeft gedaan. met de trein naar school gaat. graag aan het muziek maken is. gitaar speelt. op zichzelf woont. hetzelfde geluksgetal heeft. aardrijkskunde een leuk vak vindt. bij de ouders wonen. van de winter houdt. een hamster heeft als huisdier. een hond heeft als huisdier. begint met dezelfde voorletter. een Samsung hebben. van de zon houdt. een Iphone hebben. een kat als huisdier heeft. broertje(s) heeft. een D in haar naam heeft. trompet kan spelen. dezelfde huisdier heeft. van de herfst houdt. dezelfde kleur schoenen heeft. in dezelfde klas zit als jij. een rood shirt aan heeft. met de bus naar school gaat. een slang als huisdier heeft. graag aan het tekenen is. werkt als oppasser. rekenen leuk vindt. spelling een leuk vak vindt. natuur een leuk vak vindt. van de zomer houdt. graag aan het lezen is. uitkijkt naar dit jaar. een paard hebben. bij de Jumbo werkt. dezelfde leeftijd heeft. een ketting draagt. goed kan zingen. dezelfde eigenschappen heeft. een cavia heeft als huisdier. dezelfde sport leuk vindt. leerkracht wil worden. dezelfde hobby's heeft. graag muziek luistert. in dezelfde maand is geboren. een I in haar naam heeft in de zomer jarig is. muziek een leuk vak vindt. een N in haar naam heeft. in de horeca werkt. met de scooter naar school gaat. graag aan het koken is. van de lente houdt. met de fiets naar school gaat. graag in de tuin bezig is. zusje(s) heeft. linkshandig zijn. taal een leuk vak vindt. graag hardlopen. rechtshandig zijn. beeldende vorming een leuk vak vindt. hetzelfde eten lekker vindt. een rat heeft als huisdier. in dezelfde stad woont. op dansen zitten. bij de Dirk werkt. piano kan spelen. al eens voor de klas heeft gestaan. naar dezelfde muziek luistert. veel sport. al bekend is binnen de Thomas More. graag een gesprek aangaat. tweeling is. met de tram naar school gaat. graag naar buiten gaat. een goudvis heeft. bij de plus werkt. met de metro naar school gaat. in een andere klas zit. in de herfst jarig is. ouder is dan 18. hockey speelt. dezelfde kleur sokken heeft. geschiedenis een leuk vak vindt. in de winter jarig is. in de lente jarig is. graag tv kijkt. dezelfde kledingstijl heeft. hiervoor een andere studie heeft gedaan. met de trein naar school gaat. graag aan het muziek maken is. gitaar speelt. op zichzelf woont. hetzelfde geluksgetal heeft. aardrijkskunde een leuk vak vindt. bij de ouders wonen. van de winter houdt. een hamster heeft als huisdier. een hond heeft als huisdier. begint met dezelfde voorletter. een Samsung hebben. van de zon houdt. een Iphone hebben. een kat als huisdier heeft. broertje(s) heeft. een D in haar naam heeft. trompet kan spelen. dezelfde huisdier heeft. van de herfst houdt. dezelfde kleur schoenen heeft. in dezelfde klas zit als jij. een rood shirt aan heeft. met de bus naar school gaat. een slang als huisdier heeft. graag aan het tekenen is. werkt als oppasser. rekenen leuk vindt. spelling een leuk vak vindt. natuur een leuk vak vindt. van de zomer houdt. graag aan het lezen is. uitkijkt naar dit jaar. een paard hebben. bij de Jumbo werkt. dezelfde leeftijd heeft. een ketting draagt. goed kan zingen. dezelfde eigenschappen heeft. een cavia heeft als huisdier. dezelfde sport leuk vindt. leerkracht wil worden. dezelfde hobby's heeft. graag muziek luistert. in dezelfde maand is geboren. een I in haar naam heeft in de zomer jarig is. muziek een leuk vak vindt.
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
een N in haar naam heeft.
in de horeca werkt.
met de scooter naar school gaat.
graag aan het koken is.
van de lente houdt.
met de fiets naar school gaat.
graag in de tuin bezig is.
zusje(s) heeft.
linkshandig zijn.
taal een leuk vak vindt.
graag hardlopen.
rechtshandig zijn.
beeldende vorming een leuk vak vindt.
hetzelfde eten lekker vindt.
een rat heeft als huisdier.
in dezelfde stad woont.
op dansen zitten.
bij de Dirk werkt.
piano kan spelen.
al eens voor de klas heeft gestaan.
naar dezelfde muziek luistert.
veel sport.
al bekend is binnen de Thomas More.
graag een gesprek aangaat.
tweeling is.
met de tram naar school gaat.
graag naar buiten gaat.
een goudvis heeft.
bij de plus werkt.
met de metro naar school gaat.
in een andere klas zit.
in de herfst jarig is.
ouder is dan 18.
hockey speelt.
dezelfde kleur sokken heeft.
geschiedenis een leuk vak vindt.
in de winter jarig is.
in de lente jarig is.
graag tv kijkt.
dezelfde kledingstijl heeft.
hiervoor een andere studie heeft gedaan.
met de trein naar school gaat.
graag aan het muziek maken is.
gitaar speelt.
op zichzelf woont.
hetzelfde geluksgetal heeft.
aardrijkskunde een leuk vak vindt.
bij de ouders wonen.
van de winter houdt.
een hamster heeft als huisdier.
een hond heeft als huisdier.
begint met dezelfde voorletter.
een Samsung hebben.
van de zon houdt.
een Iphone hebben.
een kat als huisdier heeft.
broertje(s) heeft.
een D in haar naam heeft.
trompet kan spelen.
dezelfde huisdier heeft.
van de herfst houdt.
dezelfde kleur schoenen heeft.
in dezelfde klas zit als jij.
een rood shirt aan heeft.
met de bus naar school gaat.
een slang als huisdier heeft.
graag aan het tekenen is.
werkt als oppasser.
rekenen leuk vindt.
spelling een leuk vak vindt.
natuur een leuk vak vindt.
van de zomer houdt.
graag aan het lezen is.
uitkijkt naar dit jaar.
een paard hebben.
bij de Jumbo werkt.
dezelfde leeftijd heeft.
een ketting draagt.
goed kan zingen.
dezelfde eigenschappen heeft.
een cavia heeft als huisdier.
dezelfde sport leuk vindt.
leerkracht wil worden.
dezelfde hobby's heeft.
graag muziek luistert.
in dezelfde maand is geboren.
een I in haar naam heeft
in de zomer jarig is.
muziek een leuk vak vindt.