nietgemotiveerdvoor mijnvakzou hij/zijhet kunnenCoronaheeft ooknietgeholpenvoldoendeinzetgetoondtoppertje!slechtebasiswat wilhij/zijzelf?hardewerkerinzichtelijkzwakkunnenwe hetcentraalhouden?geenhoogvliegerheb ikgeenzicht opliefkindmoet meeroefenen/vragenstellenhadden wedaar maareen klasvol vanMoetbeteropletten inde klasheeft eenstijgendelijn latenzienheeft hethele jaarnietsgedaanWat zegtwiskunde?Zougebaatzijn bijbegleidingover wiehebbenwe het?eenechtehavistwat heefthij/zijnodig?.aanwezigheidis eenprobleemnietgemotiveerdvoor mijnvakzou hij/zijhet kunnenCoronaheeft ooknietgeholpenvoldoendeinzetgetoondtoppertje!slechtebasiswat wilhij/zijzelf?hardewerkerinzichtelijkzwakkunnenwe hetcentraalhouden?geenhoogvliegerheb ikgeenzicht opliefkindmoet meeroefenen/vragenstellenhadden wedaar maareen klasvol vanMoetbeteropletten inde klasheeft eenstijgendelijn latenzienheeft hethele jaarnietsgedaanWat zegtwiskunde?Zougebaatzijn bijbegleidingover wiehebbenwe het?eenechtehavistwat heefthij/zijnodig?.aanwezigheidis eenprobleem

rapportvergadering bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
G
2
O
3
G
4
G
5
B
6
O
7
O
8
I
9
B
10
O
11
I
12
G
13
N
14
O
15
B
16
G
17
B
18
B
19
N
20
I
21
N
22
N
23
I
24
I
  1. G-niet gemotiveerd
  2. O-voor mijn vak zou hij/zij het kunnen
  3. G-Corona heeft ook niet geholpen
  4. G-voldoende inzet getoond
  5. B-toppertje!
  6. O-slechte basis
  7. O-wat wil hij/zij zelf?
  8. I-harde werker
  9. B-inzichtelijk zwak
  10. O-kunnen we het centraal houden?
  11. I-geen hoogvlieger
  12. G-heb ik geen zicht op
  13. N-lief kind
  14. O-moet meer oefenen/ vragen stellen
  15. B-hadden we daar maar een klas vol van
  16. G-Moet beter opletten in de klas
  17. B-heeft een stijgende lijn laten zien
  18. B-heeft het hele jaar niets gedaan
  19. N-Wat zegt wiskunde?
  20. I-Zou gebaat zijn bij begleiding
  21. N-over wie hebben we het?
  22. N-een echte havist
  23. I-wat heeft hij/zij nodig?.
  24. I-aanwezigheid is een probleem