Ik bensportief.   Ik leer graagtalen.   Ik woon niet inAlmere Poort.    Ik hou vangamen.   Ik heb eenkat alshuisdier.  Ik ga naar dejeugd-beweging    Ik speel eeninstrument.    Ik heb een allergie(+ welke).     Ik heb één ofmeer broer(s).    Ik heb één ofmeerzus(sen).   Ik kan ietsunieks.   Ik zinggraag.   Ik heb eenhond alshuisdier.   Ik kan goedwerken metcomputers.   Ik tekengraag.   Ik speelvoetbal  .Ik heb geenbroers ofzussen.   Ik leesgraag.   Ik hou vanwiskunde.   Ik heb ooit eensiets gewonnen(+wat).   Ik kommet de fietsnaar school.   Ik bencreatief.   Ik ga graagnaar school.   Ik benlinkshandig.   Ik bensportief.   Ik leer graagtalen.   Ik woon niet inAlmere Poort.    Ik hou vangamen.   Ik heb eenkat alshuisdier.  Ik ga naar dejeugd-beweging    Ik speel eeninstrument.    Ik heb een allergie(+ welke).     Ik heb één ofmeer broer(s).    Ik heb één ofmeerzus(sen).   Ik kan ietsunieks.   Ik zinggraag.   Ik heb eenhond alshuisdier.   Ik kan goedwerken metcomputers.   Ik tekengraag.   Ik speelvoetbal  .Ik heb geenbroers ofzussen.   Ik leesgraag.   Ik hou vanwiskunde.   Ik heb ooit eensiets gewonnen(+wat).   Ik kommet de fietsnaar school.   Ik bencreatief.   Ik ga graagnaar school.   Ik benlinkshandig.   

Klasbingo 2A1+2A4b - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. Ik ben sportief.
  2. Ik leer graag talen.
  3. Ik woon niet in Almere Poort.
  4. Ik hou van gamen.
  5. Ik heb een kat als huisdier.
  6. Ik ga naar de jeugd- beweging
  7. Ik speel een instrument.
  8. Ik heb een allergie (+ welke).
  9. Ik heb één of meer broer(s).
  10. Ik heb één of meer zus(sen).
  11. Ik kan iets unieks.
  12. Ik zing graag.
  13. Ik heb een hond als huisdier.
  14. Ik kan goed werken met computers.
  15. Ik teken graag.
  16. Ik speel voetbal .
  17. Ik heb geen broers of zussen.
  18. Ik lees graag.
  19. Ik hou van wiskunde.
  20. Ik heb ooit eens iets gewonnen (+wat).
  21. Ik kom met de fiets naar school.
  22. Ik ben creatief.
  23. Ik ga graag naar school.
  24. Ik ben linkshandig.