Een appelheeftgegeten. ..................In eensupermarktis geweest. ...............Helemaalniet buiten isgeweest. ..................Een uitjeheeft gehad. ..................In een stadheeftgelopen. ..................Een knuffelheeftgekregen. ..................Zin heeft inschool. ..................Iets supergaafs heeftgedaan. ..................Heeftgebarbecued.  ..................Uiteten isgeweest. ..................Iets heeftgewonnen. ..................iemand heeftgeholpen. ..................In een boekheeftgelezen. ................Langerweekendwilde. ..................Heeftgefeest. ..................Zijn bord nietheeft leeggegeten. ..................Een high fiveheeft gegevenaan opa ofoma. ................BuitenZeeland isgeweest. ..................Naar dekapper isgeweest. ..................Een ijsjeheeftgegeten. ..................Friet heeftgegeten. ..................Is gaanzwemmen.  ..................Een bordspelheeft gedaan. ..................Heeftgesport. ..................Iets gedaanheeft wat nietleuk was. ..................Zijn oudersheeftgeholpen. ..................Zijn hoofdheeftgestoten. ..................Ontzettendblij was. ..................De hondheeftuitgelaten. ..................Iets heeftgekocht ofgekregen. ..................Familie opbezoek heeftgehad. ..................In de regenbuiten was. ................Pizza heeftgegeten ..................Eencomputerspelheeft gedaan. ..................Een rondjegelopenheeft. ..................Buiten heeftgespeeld. ................Een appelheeftgegeten. ..................In eensupermarktis geweest. ...............Helemaalniet buiten isgeweest. ..................Een uitjeheeft gehad. ..................In een stadheeftgelopen. ..................Een knuffelheeftgekregen. ..................Zin heeft inschool. ..................Iets supergaafs heeftgedaan. ..................Heeftgebarbecued.  ..................Uiteten isgeweest. ..................Iets heeftgewonnen. ..................iemand heeftgeholpen. ..................In een boekheeftgelezen. ................Langerweekendwilde. ..................Heeftgefeest. ..................Zijn bord nietheeft leeggegeten. ..................Een high fiveheeft gegevenaan opa ofoma. ................BuitenZeeland isgeweest. ..................Naar dekapper isgeweest. ..................Een ijsjeheeftgegeten. ..................Friet heeftgegeten. ..................Is gaanzwemmen.  ..................Een bordspelheeft gedaan. ..................Heeftgesport. ..................Iets gedaanheeft wat nietleuk was. ..................Zijn oudersheeftgeholpen. ..................Zijn hoofdheeftgestoten. ..................Ontzettendblij was. ..................De hondheeftuitgelaten. ..................Iets heeftgekocht ofgekregen. ..................Familie opbezoek heeftgehad. ..................In de regenbuiten was. ................Pizza heeftgegeten ..................Eencomputerspelheeft gedaan. ..................Een rondjegelopenheeft. ..................Buiten heeftgespeeld. ................

Zoek iemand die... - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
  1. Een appel heeft gegeten. ..................
  2. In een supermarkt is geweest. ...............
  3. Helemaal niet buiten is geweest. ..................
  4. Een uitje heeft gehad. ..................
  5. In een stad heeft gelopen. ..................
  6. Een knuffel heeft gekregen. ..................
  7. Zin heeft in school. ..................
  8. Iets super gaafs heeft gedaan. ..................
  9. Heeft gebarbecued. ..................
  10. Uiteten is geweest. ..................
  11. Iets heeft gewonnen. ..................
  12. iemand heeft geholpen. ..................
  13. In een boek heeft gelezen. ................
  14. Langer weekend wilde. ..................
  15. Heeft gefeest. ..................
  16. Zijn bord niet heeft leeg gegeten. ..................
  17. Een high five heeft gegeven aan opa of oma. ................
  18. Buiten Zeeland is geweest. ..................
  19. Naar de kapper is geweest. ..................
  20. Een ijsje heeft gegeten. ..................
  21. Friet heeft gegeten. ..................
  22. Is gaan zwemmen. ..................
  23. Een bordspel heeft gedaan. ..................
  24. Heeft gesport. ..................
  25. Iets gedaan heeft wat niet leuk was. ..................
  26. Zijn ouders heeft geholpen. ..................
  27. Zijn hoofd heeft gestoten. ..................
  28. Ontzettend blij was. ..................
  29. De hond heeft uitgelaten. ..................
  30. Iets heeft gekocht of gekregen. ..................
  31. Familie op bezoek heeft gehad. ..................
  32. In de regen buiten was. ................
  33. Pizza heeft gegeten ..................
  34. Een computerspel heeft gedaan. ..................
  35. Een rondje gelopen heeft. ..................
  36. Buiten heeft gespeeld. ................