(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Je komt op tijd. Je komt niet te laat.
Je kan je gemakkelijk aanpassen. Als er iets verandert aan het uurrooster of aan jouw taken, heb je daar geen probleem mee.
Je kan goed alleen werken en je plan trekken.
Je werkt heel precies en correct. Je vindt details belangrijk.
Je legt gemakkelijk contacten met andere mensen.
Je kan goed met je handen werken.
Je zegt niet veel als je in groep bent. Je bent een beetje bang om te praten met andere mensen.
Je bent nieuwsgierig. Je wil graag nieuwe dingen leren.
Je twijfelt niet aan jezelf.
Als je baas je een opdracht geeft, dan weet hij zeker dat je die opdracht zal doen en op tijd klaaz zal zijn
Je bent enthousiast. Je doet je werk graag en je doet ook altijd je best.
Je kan goed werken, ook als het druk is. Je wordt niet nerveus als er veel werk is.
Je bent niet bang om iets te zeggen. Je durft je mening geven. Je durft zeggen dat je (niet)akkord bent met iets
Je zegt "u" en "meneer" of "mevrouw" tegen collega's en klanten. He begroet klanten als ze binnenkomen of buitengaan. Je hebt respect voor de mensen.
Je helpt graag andere mensen, collega's, klanten.
Je legt alles op de juiste plaats en ruimt altijd alles op. Je houdt niet van rommel. je wilt dat je werkplek goed georganiseerd is.
Concentratie is voor jou geen probleem. Je kan lang aan één opdracht werken. Je wordt niet snel afgeleid.
Je ziet werk. Je wacht niet tot andere mensen je opdrachten geven. Je doet spontaan je wat nodig is.
Je hebt discipline. Je doet altijd je werk, ook als je baas niet kijkt. Je neemt geen lange pauzes. Je bent niet met andere dingen bezig tijdens het werk.
Je vindt service aande klant geven heel belangrijk. De klant is koning. De klant moet zich goed voelen. Je doet alles om hem te helpen en teverden te maken.
Je ziet er netjes en proper uit. Je draagt altijd gewassen kleren, je haar zit goed en je hebt propere nagels.
Je doet je best om je werk goed te doen. Als de baas jou een taak geeft, dan weet hij zeker dat je die taak goed en op tijd zal doen.
Je doet altijd wat je zelf wilt en denkt. Je luistert niet naar andere mensen.
Je neemt tijd om te luisteren naar wat andere mensen zeggen. Je concentreert je goed als je naar iemand luistert.
Je blijft kalm en rustig, ook als iets lang duurt. Je wordt niet kwaad of nerveus en je blijft vriendelijk.