Je twijfeltniet aanjezelf.Je doet je best om jewerk goed te doen.Als de baas jou eentaak geeft, dan weethij zeker dat je dietaak goed en op tijdzal doen.Je blijft kalm enrustig, ook als ietslang duurt. Jewordt niet kwaadof nerveus en jeblijft vriendelijk.Je kangoed metje handenwerken.Je zegt niet veelals je in groepbent. Je bent eenbeetje bang om tepraten met anderemensen.Je legt alles op dejuiste plaats en ruimtaltijd alles op. Jehoudt niet vanrommel. je wilt dat jewerkplek goedgeorganiseerd is.Je doet altijdwat je zelf wilten denkt. Jeluistert nietnaar anderemensen.Je vindt serviceaande klant gevenheel belangrijk. Deklant is koning. Deklant moet zich goedvoelen. Je doet allesom hem te helpen enteverden te maken.Je helptgraag anderemensen,collega's,klanten.Je hebt discipline. Jedoet altijd je werk,ook als je baas nietkijkt. Je neemt geenlange pauzes. Jebent niet met anderedingen bezig tijdenshet werk.Je bentnieuwsgierig.Je wil graagnieuwedingen leren.Je kan je gemakkelijkaanpassen. Als eriets verandert aanhet uurrooster of aanjouw taken, heb jedaar geen probleemmee.Je bententhousiast. Jedoet je werkgraag en jedoet ook altijdje best.Als je baas je eenopdracht geeft,dan weet hij zekerdat je die opdrachtzal doen en op tijdklaaz zal zijnJe ziet werk. Jewacht niet totandere mensen jeopdrachten geven.Je doet spontaanje wat nodig is.Je werkt heelprecies encorrect. Jevindt detailsbelangrijk.Je komtop tijd. Jekomt niette laat.Concentratie is voorjou geen probleem.Je kan lang aanéén opdrachtwerken. Je wordtniet snel afgeleid.Je kan goedwerken, ook alshet druk is. Jewordt nietnerveus als erveel werk is.Je bent niet bang omiets te zeggen. Jedurft je meninggeven. Je durftzeggen dat je(niet)akkord bent metietsJe zegt "u" en"meneer" of "mevrouw"tegen collega's enklanten. He begroetklanten als zebinnenkomen ofbuitengaan. Je hebtrespect voor demensen.Je ziet er netjes enproper uit. Je draagtaltijd gewassenkleren, je haar zitgoed en je hebtpropere nagels.Je legtgemakkelijkcontactenmet anderemensen.Je neemt tijd om teluisteren naar watandere mensenzeggen. Jeconcentreert jegoed als je naariemand luistert.Je kan goedalleenwerken en jeplan trekken.Je twijfeltniet aanjezelf.Je doet je best om jewerk goed te doen.Als de baas jou eentaak geeft, dan weethij zeker dat je dietaak goed en op tijdzal doen.Je blijft kalm enrustig, ook als ietslang duurt. Jewordt niet kwaadof nerveus en jeblijft vriendelijk.Je kangoed metje handenwerken.Je zegt niet veelals je in groepbent. Je bent eenbeetje bang om tepraten met anderemensen.Je legt alles op dejuiste plaats en ruimtaltijd alles op. Jehoudt niet vanrommel. je wilt dat jewerkplek goedgeorganiseerd is.Je doet altijdwat je zelf wilten denkt. Jeluistert nietnaar anderemensen.Je vindt serviceaande klant gevenheel belangrijk. Deklant is koning. Deklant moet zich goedvoelen. Je doet allesom hem te helpen enteverden te maken.Je helptgraag anderemensen,collega's,klanten.Je hebt discipline. Jedoet altijd je werk,ook als je baas nietkijkt. Je neemt geenlange pauzes. Jebent niet met anderedingen bezig tijdenshet werk.Je bentnieuwsgierig.Je wil graagnieuwedingen leren.Je kan je gemakkelijkaanpassen. Als eriets verandert aanhet uurrooster of aanjouw taken, heb jedaar geen probleemmee.Je bententhousiast. Jedoet je werkgraag en jedoet ook altijdje best.Als je baas je eenopdracht geeft,dan weet hij zekerdat je die opdrachtzal doen en op tijdklaaz zal zijnJe ziet werk. Jewacht niet totandere mensen jeopdrachten geven.Je doet spontaanje wat nodig is.Je werkt heelprecies encorrect. Jevindt detailsbelangrijk.Je komtop tijd. Jekomt niette laat.Concentratie is voorjou geen probleem.Je kan lang aanéén opdrachtwerken. Je wordtniet snel afgeleid.Je kan goedwerken, ook alshet druk is. Jewordt nietnerveus als erveel werk is.Je bent niet bang omiets te zeggen. Jedurft je meninggeven. Je durftzeggen dat je(niet)akkord bent metietsJe zegt "u" en"meneer" of "mevrouw"tegen collega's enklanten. He begroetklanten als zebinnenkomen ofbuitengaan. Je hebtrespect voor demensen.Je ziet er netjes enproper uit. Je draagtaltijd gewassenkleren, je haar zitgoed en je hebtpropere nagels.Je legtgemakkelijkcontactenmet anderemensen.Je neemt tijd om teluisteren naar watandere mensenzeggen. Jeconcentreert jegoed als je naariemand luistert.Je kan goedalleenwerken en jeplan trekken.

Eigenschappen - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
  1. Je twijfelt niet aan jezelf.
  2. Je doet je best om je werk goed te doen. Als de baas jou een taak geeft, dan weet hij zeker dat je die taak goed en op tijd zal doen.
  3. Je blijft kalm en rustig, ook als iets lang duurt. Je wordt niet kwaad of nerveus en je blijft vriendelijk.
  4. Je kan goed met je handen werken.
  5. Je zegt niet veel als je in groep bent. Je bent een beetje bang om te praten met andere mensen.
  6. Je legt alles op de juiste plaats en ruimt altijd alles op. Je houdt niet van rommel. je wilt dat je werkplek goed georganiseerd is.
  7. Je doet altijd wat je zelf wilt en denkt. Je luistert niet naar andere mensen.
  8. Je vindt service aande klant geven heel belangrijk. De klant is koning. De klant moet zich goed voelen. Je doet alles om hem te helpen en teverden te maken.
  9. Je helpt graag andere mensen, collega's, klanten.
  10. Je hebt discipline. Je doet altijd je werk, ook als je baas niet kijkt. Je neemt geen lange pauzes. Je bent niet met andere dingen bezig tijdens het werk.
  11. Je bent nieuwsgierig. Je wil graag nieuwe dingen leren.
  12. Je kan je gemakkelijk aanpassen. Als er iets verandert aan het uurrooster of aan jouw taken, heb je daar geen probleem mee.
  13. Je bent enthousiast. Je doet je werk graag en je doet ook altijd je best.
  14. Als je baas je een opdracht geeft, dan weet hij zeker dat je die opdracht zal doen en op tijd klaaz zal zijn
  15. Je ziet werk. Je wacht niet tot andere mensen je opdrachten geven. Je doet spontaan je wat nodig is.
  16. Je werkt heel precies en correct. Je vindt details belangrijk.
  17. Je komt op tijd. Je komt niet te laat.
  18. Concentratie is voor jou geen probleem. Je kan lang aan één opdracht werken. Je wordt niet snel afgeleid.
  19. Je kan goed werken, ook als het druk is. Je wordt niet nerveus als er veel werk is.
  20. Je bent niet bang om iets te zeggen. Je durft je mening geven. Je durft zeggen dat je (niet)akkord bent met iets
  21. Je zegt "u" en "meneer" of "mevrouw" tegen collega's en klanten. He begroet klanten als ze binnenkomen of buitengaan. Je hebt respect voor de mensen.
  22. Je ziet er netjes en proper uit. Je draagt altijd gewassen kleren, je haar zit goed en je hebt propere nagels.
  23. Je legt gemakkelijk contacten met andere mensen.
  24. Je neemt tijd om te luisteren naar wat andere mensen zeggen. Je concentreert je goed als je naar iemand luistert.
  25. Je kan goed alleen werken en je plan trekken.