(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
214
215
216
217
218
219
ontvangen
accueillir
dorst hebben
avoir soif
de smaak
le goût
une addition
een rekening
trouw
fidèle
bijten
mordre
le panier
het mandje
het zand
le sable
een product
un produit
de steen
la pierre
de hulp
le secours
een toetje
un dessert
controleren, nakijken
vérifier
het weer
la météo
vertalen
traduire
mensen
les gens
streng
sévère
de kust
la côte
het tekstboek
le livre de textes
proeven
goûter
le rayon
de afdeling
le croque-monsieur
de tosti
de stilte
le silence
verkopen
vendre
une fleur
een bloem
het lesrooster
l'emploi du temps (m)
een poging doen, je best doen
faire un effort
omgaan met
fréquenter
storen
déranger
een oefening
un exercice
meegaan met
accompagner
de omgeving
l'entourage
een landbouwer
un agriculteur
de voornaam
le prénom
de bladzijde
la page
een cijfer
une note
trouwen
épouser
stromen
couler
het stukje, het stuk
le morceau
de kinderjaren
l'enfance (v)
spijbelen
manquer la classe
een ramp
une catastrophe
de ster
l'étoile
een vis
un poisson
de bruiloft
le mariage
een onderwijzer
un enseignant
een korting
une réduction
de onderbouw
le collège
verlopen, plaatsvinden
se dérouler
de geur
l'odeur (v)
aanraden
recommender
de woestijn
le désert
een taal
une langue
mishandelen
maltraiter
het milieu
l'environnement (m)
het water
de l'eau
wantrouwen, oppassen voor
se méfier de
les frais
de kosten
beperken, begrenzen
limiter
een basisschool
une école primaire
een liefde
un amour
l'herbe
het gras
inademen, ademen
respirer
een kelder
une cave
het begin van het schooljaar
la rentrée
een plek, een plaats
un endroit
het voedsel
la nourriture
de leraar
le prof, le professeur
samen
ensemble
de houding
l'attitude (v)
de aardrijkskunde
la géographie
een leerling
un/une élève
snijden
couper
kussen, omhelzen
embrasser
het vlees
la viande
een echtgenote
une épouse
het gewicht
le poids
la neige
de sneeuw
het antwoord
la réponse
een overstroming
une inondation
een verjaardag
un anniversaire
faire des courses
boodschappen doen
waarderen
apprécier
de buren
les voisins
het tekenen
le dessin
een eiland
une île
au printemps
in de lente
een drank
une boisson
onderstrepen
souligner
la plage
het strand
verlaten, achterlaten
abandonner
commander
bestellen
le prix
de prijs
op bezoek gaan bij
aller voir
honger hebben
avoir faim
een route
un itinéraire
studeren
étudier
een rekenmachine
une calculette
de geboortedatum
la date de naissance
het pad
un sentier
het feest
la fête
(op)merken, waarnemen
apercevoir
aangenaam
enchanté, enchantée
een tiener/jongere
un ado, un adolescent
uitnodigen voor
inviter à
het schrift
le cahier
de markt
le marché
menselijk
humain
de omgeving
les environs (m)
slagen
réussir
een echtgenoot
un mari
de fles
la bouteille
een gerecht
un plat
bij mij thuis
chez moi
het ontbijt
le petit déjeuner
een houding
une attitude
un nuage
een wolk
en hiver
in de winter
een geheugen
une mémoire
een taart
un gâteau
school-
scolaire
het gat
le trou
de wijk
le quartier
de pauze
la récré, récréation
acheter
kopen
een vriendschap
une amitié
de mentor
le prof principal
het eindexamen
le bac, le baccalauréat
wederzijds
réciproque
klaarmaken, maken
préparer
le pain
het brood
delen
partager
een opleiding
une formation
la pluie
de regen
het onweer, de storm
un orage
le lait
de melk
de hitte, de warmte
la chaleur
het schoolbord
le tableau
het rapport
le bulletin
de kelner, de bediende
le serveur
lijken op
ressembler à
het vertrouwen
la confiance
het schoolvak
la matière
de jongeren
les jeunes (m/v)
en automne
in de herfst
herhalen
répéter
het potlood
le crayon
een meester, een juffrouw (op school)
un instituteur, une institutrice