(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
212
213
214
215
216
217
de houding
l'attitude (v)
onderstrepen
souligner
het rapport
le bulletin
een poging doen, je best doen
faire un effort
het mondeling examen
l'oral
nadenken
réfléchir
dikker worden
grossir
een leerling
un/une élève (m/v)
een vis
un poisson
cadeau :-)
een warenhuis
un grand magasin
inademen, ademen
respirer
een wijngaard
un vignoble
wederzijds
réciproque
het mandje
le panier
koken
faire la cuisine
het onweer, de storm
un orage
een basisschool
une école primaire
de bruiloft
le mariage
het antwoord
la réponse
de voornaam
le prénom
verliefd worden op
tomber amoureux de, amoureuse
de steen
la pierre
de geschiedenis
l'histoire (v)
de les
le cours
(op)merken, waarnemen
apercevoir
het vertrouwen
la confiance
vertalen
traduire
een ruzie
une dispute
de mentor
le prof principal
wegen
peser
boodschappen doen
faire des courses
nakijken
corriger
de onderbouw
le collège
een korting
une réduction
ontmoeten
rencontrer
het gat
le trou
bestellen
commander
bijten
mordre
spijbelen
manquer la classe
een taart
un gâteau
de wijk
le quartier
het schoolbord
le tableau
het voedsel
la nourriture
een drank
une boisson
een vriendschap
une amitié
troosten
consoler
verkopen
vendre
streng
sévère
het hoofdstuk
le chapitre
de bladzijde
la page
een toetje
un dessert
uit het hoofd
par coeur
verlaten, achterlaten
abandonner
de markt
le marché
de geur
l'odeur (v)
de omgeving
l'entourage
afwassen
faire la vaiselle
een houding
une attitude
een relatie, een verhouding
une relation
het zand
le sable
de wiskunde
les maths (v)
het pad
un sentier
een boom
un arbre
de achternaam
le nom de famille
de omgeving
les environs (m)
de kust
la côte
een kleuterschool
une école maternelle
de fooi
le pourboire
slagen
réussir
de kelner, de bediende
le serveur
mishandelen
maltraiter
een bedreiging
une menace
storen
déranger
rijden, bewegen
circuler
de buren
les voisins
de stilte
le silence
het vlees
la viande
een echtgenoot
un mari
een eiland
une île
de pauze
la récré, récréation
bevallen, plezieren
plaire
de woestijn
le désert
ontvangen
accueillir
het strand
la plage
de boterham
la tartine
de kosten
les frais
de kinderjaren
l'enfance (v)
de heuvel
la colline
een uitnodiging
une invitation
een cijfer
une note
school-
scolaire
waarderen
apprécier
leren
apprendre
de regen
la pluie
verlopen, plaatsvinden
se dérouler
het tekstboek
le livre de textes
de afdeling
le rayon
het meer
le lac
snijden
couper
zacht, zoet
doux, douce
de jongeren
les jeunes (m/v)
een liefde
un amour
een echtgenote
une épouse
trouw
fidèle
het schrift
le cahier
de jam
la confiture
klaarmaken, maken
préparer
mengen
mélanger
de smaak
le goût
de tosti
le croque-monsieur
het begin van het schooljaar
la rentrée
het vissen
la pêche
de berg
la montagne
honger hebben
avoir faim
de groenten
les légumes (m)
een gerecht
un plat
omgaan met
fréquenter
meegaan met
accompagner
stromen
couler
rustig
tranquille
het stukje, het stuk
le morceau
bij mij thuis
chez moi
een tiener/jongere
un ado, un adolescent
de lucht
le ciel
dorst hebben
avoir soif
proeven
goûter
een opleiding
une formation
een afspraak
un rendez-vous
het tekenen
le dessin
zittenblijven
redoubler
samen
ensemble
een volwassene
un adulte
het huiswerk
les devoirs
de haven
le port
het schoolvak
la matière
een geheugen
une mémoire
delen
partager
een taal
une langue
menselijk
humain
aanzetten, aansteken
allumer
een proefwerk
une épreuve
uitnodigen voor
inviter à
een ramp
une catastrophe
de fles
la bouteille
de vervuiling
la pollution
beleefd
poli
een product
un produit
met elkaar opschieten
s'entendre
het gewicht
le poids
het brood
le pain
het potlood
le crayon
het weer
la météo
de melk
le lait
de geboortedatum
la date de naissance
het lesrooster
l'emploi du temps (m)
een plek, een plaats
un endroit
trouwen
épouser
een route
un itinéraire
studeren
étudier
herhalen
répéter
een meester, een juffrouw (op school)
un instituteur, une institutrice