Vlak voor pauze een call. In de wacht opgehangen. De vraagbaak stuurt mij naar jullie. Ik zit nu in de auto. Dan ga ik naar een andere bank. Jullie zijn racistisch! Hebben jullie ook een kantoor? Iemand is te laat terug van pauze. Ik ben geen bestuurder. Ik wil een manager spreken. Iemand heeft niet gelogd. Ik wil die persoon spreken! Heel veel achtergrond geluid Kunt u mij horen? Denken jullie dat ik een crimineel ben? Waarom willen jullie dit weten? Kunnen jullie ook op naam zoeken? Waarom ben ik afgewezen? Jullie hebben mij nooit gebeld! Ik heb toch al een prive- rekening! Spreekt geen NL of EN. Ik weet niet of ik bij jullie goed zit? Kan er spoed bij? Ik was met vakantie. Vlak voor pauze een call. In de wacht opgehangen. De vraagbaak stuurt mij naar jullie. Ik zit nu in de auto. Dan ga ik naar een andere bank. Jullie zijn racistisch! Hebben jullie ook een kantoor? Iemand is te laat terug van pauze. Ik ben geen bestuurder. Ik wil een manager spreken. Iemand heeft niet gelogd. Ik wil die persoon spreken! Heel veel achtergrond geluid Kunt u mij horen? Denken jullie dat ik een crimineel ben? Waarom willen jullie dit weten? Kunnen jullie ook op naam zoeken? Waarom ben ik afgewezen? Jullie hebben mij nooit gebeld! Ik heb toch al een prive- rekening! Spreekt geen NL of EN. Ik weet niet of ik bij jullie goed zit? Kan er spoed bij? Ik was met vakantie.
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
B-Vlak voor pauze een call.
B-In de wacht opgehangen.
N-De vraagbaak stuurt mij naar jullie.
B-Ik zit nu in de auto.
G-Dan ga ik naar een andere bank.
G-Jullie zijn racistisch!
G-Hebben jullie ook een kantoor?
B-Iemand is te laat terug van pauze.
I-Ik ben geen bestuurder.
I-Ik wil een manager spreken.
I-Iemand heeft niet gelogd.
N-Ik wil die persoon spreken!
O-Heel veel achtergrond geluid
O-Kunt u mij horen?
I-Denken jullie dat ik een crimineel ben?
G-Waarom willen jullie dit weten?
O-Kunnen jullie ook op naam zoeken?
N-Waarom ben ik afgewezen?
B-Jullie hebben mij nooit gebeld!
N-Ik heb toch al een prive-rekening!
I-Spreekt geen NL of EN.
O-Ik weet niet of ik bij jullie goed zit?
G-Kan er spoed bij?
O-Ik was met vakantie.