wijverheugdenonsikvernamjulliekondeniktwijfelhij isblijjullienaderenjullieaarzeldenzijverheugdenzichjulliewarenik kombinnenzijwarenwijkwamenbinnenhijtwijfeltwijwarentezijnjijaarzeltjij komtbinnenhijkomtbinnenhijnaderdezijnaderenjijleerdekennenzijkondenjijkonzijkwamenbinnenjullievernemenikwaswijnaderenikkonjijnaderdejulliewarenblijhijwaszijaarzeldenhijvernamwijkondenwijaarzeldeniknaderdetevernemenhijkonjulliekwamenbinnenjijwaswijlerenkennenzijlerenkennenik benblijjijverheugtjetetwijfelenwijverheugdenonsikvernamjulliekondeniktwijfelhij isblijjullienaderenjullieaarzeldenzijverheugdenzichjulliewarenik kombinnenzijwarenwijkwamenbinnenhijtwijfeltwijwarentezijnjijaarzeltjij komtbinnenhijkomtbinnenhijnaderdezijnaderenjijleerdekennenzijkondenjijkonzijkwamenbinnenjullievernemenikwaswijnaderenikkonjijnaderdejulliewarenblijhijwaszijaarzeldenhijvernamwijkondenwijaarzeldeniknaderdetevernemenhijkonjulliekwamenbinnenjijwaswijlerenkennenzijlerenkennenik benblijjijverheugtjetetwijfelen

Minerva 5A - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
  1. wij verheugden ons
  2. ik vernam
  3. jullie konden
  4. ik twijfel
  5. hij is blij
  6. jullie naderen
  7. jullie aarzelden
  8. zij verheugden zich
  9. jullie waren
  10. ik kom binnen
  11. zij waren
  12. wij kwamen binnen
  13. hij twijfelt
  14. wij waren
  15. te zijn
  16. jij aarzelt
  17. jij komt binnen
  18. hij komt binnen
  19. hij naderde
  20. zij naderen
  21. jij leerde kennen
  22. zij konden
  23. jij kon
  24. zij kwamen binnen
  25. jullie vernemen
  26. ik was
  27. wij naderen
  28. ik kon
  29. jij naderde
  30. jullie waren blij
  31. hij was
  32. zij aarzelden
  33. hij vernam
  34. wij konden
  35. wij aarzelden
  36. ik naderde
  37. te vernemen
  38. hij kon
  39. jullie kwamen binnen
  40. jij was
  41. wij leren kennen
  42. zij leren kennen
  43. ik ben blij
  44. jij verheugt je
  45. te twijfelen