Ik doeeven eenarboloopjeEn doornaar devolgendepatiëntIk zegaltijd maarzo; zoIk maaknog evengauw 1rapportjefawakkafactuARIEc’est unedrolle deflapik ga dezegelijkknippen enscherenEffegrasduinenIk doeeven eenarboloopjeHoe ishet metje eggsDe kopis weerafDat sluitals eenbusIk hebheleknappeexenNu zaaienstraksoogstenKlopt alseenzwerendevingerHet iseen no-brainermooi weerom eenerfenis teverdelenOudereJongereLinksom ofrechtsomhet komtaltijd goedIk ga ditweekendfietsenAlweer eentevredenklant verlaathet pandDangaat detijd nu inder in, deruit, derop, der afIk doeeven eenarboloopjeEn doornaar devolgendepatiëntIk zegaltijd maarzo; zoIk maaknog evengauw 1rapportjefawakkafactuARIEc’est unedrolle deflapik ga dezegelijkknippen enscherenEffegrasduinenIk doeeven eenarboloopjeHoe ishet metje eggsDe kopis weerafDat sluitals eenbusIk hebheleknappeexenNu zaaienstraksoogstenKlopt alseenzwerendevingerHet iseen no-brainermooi weerom eenerfenis teverdelenOudereJongereLinksom ofrechtsomhet komtaltijd goedIk ga ditweekendfietsenAlweer eentevredenklant verlaathet pandDangaat detijd nu inder in, deruit, derop, der af

ARJEN 50 bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. Ik doe even een arbo loopje
  2. En door naar de volgende patiënt
  3. Ik zeg altijd maar zo; zo
  4. Ik maak nog even gauw 1 rapportje
  5. fa wakka
  6. factuARIE
  7. c’est une drolle de flap
  8. ik ga deze gelijk knippen en scheren
  9. Effe gras duinen
  10. Ik doe even een arbo loopje
  11. Hoe is het met je eggs
  12. De kop is weer af
  13. Dat sluit als een bus
  14. Ik heb hele knappe exen
  15. Nu zaaien straks oogsten
  16. Klopt als een zwerende vinger
  17. Het is een no-brainer
  18. mooi weer om een erfenis te verdelen
  19. Oudere Jongere
  20. Linksom of rechtsom het komt altijd goed
  21. Ik ga dit weekend fietsen
  22. Alweer een tevreden klant verlaat het pand
  23. Dan gaat de tijd nu in
  24. der in, der uit, der op, der af