Ben je in devakantienaarAntwerpen...(gaan)Heb je inde vakantieeten...(maken)Heb je in devakantie devuilzakbuiten...(zetten)Heb je indevakantie...(dansen)Heb je indevakantie...(wandelen)Heb je indevakantie...(werken)Heb je in devakantie metde fiets...(rijden)Heb je inde vakantiekip... (eten)Heb je in devakantienaarmuziek...(luisteren)Heb je in devakantie metje buren...(praten)Heb je in devakantierekeningen...(betalen)Heb je indevakantie...(sporten)Heb je in devakantieiets online...(kopen)Heb je in devakantieNederlands...(studeren)Heb je indevakantie...(lachen)Heb je inde vakantiekleren...(kopen)Heb je inde vakantieje huis...(poetsen)Heb je in devakantie metfamilie...(bellen)Ben je in devakantienaarBrussel...(gaan)Ben je inde vakantiebij familie...(zijn)Ben je in devakantienaar desupermarkt...(zijn)Ben je in devakantienaarAntwerpen...(gaan)Heb je inde vakantieeten...(maken)Heb je in devakantie devuilzakbuiten...(zetten)Heb je indevakantie...(dansen)Heb je indevakantie...(wandelen)Heb je indevakantie...(werken)Heb je in devakantie metde fiets...(rijden)Heb je inde vakantiekip... (eten)Heb je in devakantienaarmuziek...(luisteren)Heb je in devakantie metje buren...(praten)Heb je in devakantierekeningen...(betalen)Heb je indevakantie...(sporten)Heb je in devakantieiets online...(kopen)Heb je in devakantieNederlands...(studeren)Heb je indevakantie...(lachen)Heb je inde vakantiekleren...(kopen)Heb je inde vakantieje huis...(poetsen)Heb je in devakantie metfamilie...(bellen)Ben je in devakantienaarBrussel...(gaan)Ben je inde vakantiebij familie...(zijn)Ben je in devakantienaar desupermarkt...(zijn)

Heb je in de vakantie... - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
  1. Ben je in de vakantie naar Antwerpen... (gaan)
  2. Heb je in de vakantie eten... (maken)
  3. Heb je in de vakantie de vuilzak buiten... (zetten)
  4. Heb je in de vakantie... (dansen)
  5. Heb je in de vakantie... (wandelen)
  6. Heb je in de vakantie... (werken)
  7. Heb je in de vakantie met de fiets... (rijden)
  8. Heb je in de vakantie kip... (eten)
  9. Heb je in de vakantie naar muziek... (luisteren)
  10. Heb je in de vakantie met je buren... (praten)
  11. Heb je in de vakantie rekeningen... (betalen)
  12. Heb je in de vakantie... (sporten)
  13. Heb je in de vakantie iets online... (kopen)
  14. Heb je in de vakantie Nederlands... (studeren)
  15. Heb je in de vakantie... (lachen)
  16. Heb je in de vakantie kleren... (kopen)
  17. Heb je in de vakantie je huis... (poetsen)
  18. Heb je in de vakantie met familie... (bellen)
  19. Ben je in de vakantie naar Brussel... (gaan)
  20. Ben je in de vakantie bij familie... (zijn)
  21. Ben je in de vakantie naar de supermarkt... (zijn)