Iemand metkrakendeten/verpakking"Ik kan jedaar nietbij helpen"Nietgeleerd,alleen ytgekekenAlleen GRmeegenomenNaamkaartjekwijt in dezaalGeschreeuwbuitenKrakendestoelSurveillantmet viezegeurnaast jePunt vanpotloodbreekt"Ik hebzooooslechtgeleerd"Geleerd totnamiddernachtMeergeleerddanmoestViezetafel/stoelPenleegNiet naarantwoordendurvenkijkenNiet/AmpergeslapenTijdensexamennaar wcGeodriehoekVergeten"Ik gahet niethalen"Telefoonging aftijdensexamenIemandwas telaatIets latenvallenondertafel/stoel"Wathad jijdaar?"MentalbreakdownIemand metkrakendeten/verpakking"Ik kan jedaar nietbij helpen"Nietgeleerd,alleen ytgekekenAlleen GRmeegenomenNaamkaartjekwijt in dezaalGeschreeuwbuitenKrakendestoelSurveillantmet viezegeurnaast jePunt vanpotloodbreekt"Ik hebzooooslechtgeleerd"Geleerd totnamiddernachtMeergeleerddanmoestViezetafel/stoelPenleegNiet naarantwoordendurvenkijkenNiet/AmpergeslapenTijdensexamennaar wcGeodriehoekVergeten"Ik gahet niethalen"Telefoonging aftijdensexamenIemandwas telaatIets latenvallenondertafel/stoel"Wathad jijdaar?"Mentalbreakdown

Examen Bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. Iemand met krakend eten/verpakking
  2. "Ik kan je daar niet bij helpen"
  3. Niet geleerd, alleen yt gekeken
  4. Alleen GR meegenomen
  5. Naam kaartje kwijt in de zaal
  6. Geschreeuw buiten
  7. Krakende stoel
  8. Surveillant met vieze geur naast je
  9. Punt van potlood breekt
  10. "Ik heb zoooo slecht geleerd"
  11. Geleerd tot na middernacht
  12. Meer geleerd dan moest
  13. Vieze tafel/stoel
  14. Pen leeg
  15. Niet naar antwoorden durven kijken
  16. Niet/Amper geslapen
  17. Tijdens examen naar wc
  18. Geo driehoek Vergeten
  19. "Ik ga het niet halen"
  20. Telefoon ging af tijdens examen
  21. Iemand was te laat
  22. Iets laten vallen onder tafel/stoel
  23. "Wat had jij daar?"
  24. Mental breakdown