die inNijmegenstudeert/heeftgestudeerddie eenelektrischeauto heeftdiepianospeeltdievertaler is,die goedkan hakendie indecemberjarig isdie heeftgespeeld ineenNederlandstoneelstukdie nules heeftvan Filipdie eenbroer eneen zusheeftdietaalassistentis (geweest)die Frans heeftgestudeerd/studeertdie inBelgiëheeftgewoonddie vandaagvoor jou eenSinterklaasliedwil zingendie evengroot isals jijvan wie er eenverhaal in hetboekje 'LeveNederlands!'staatdie inUtrechtwoontdie inLeedswoontdie eenliedje vanFroukjekentdie bruineogenheeftdie ietsgroensdraagtdielinkshandigisdiehooikoortsheeftdievloeiendSpaansspreektdie op eenambassadewerkt/heeftgewerktdie inNijmegenstudeert/heeftgestudeerddie eenelektrischeauto heeftdiepianospeeltdievertaler is,die goedkan hakendie indecemberjarig isdie heeftgespeeld ineenNederlandstoneelstukdie nules heeftvan Filipdie eenbroer eneen zusheeftdietaalassistentis (geweest)die Frans heeftgestudeerd/studeertdie inBelgiëheeftgewoonddie vandaagvoor jou eenSinterklaasliedwil zingendie evengroot isals jijvan wie er eenverhaal in hetboekje 'LeveNederlands!'staatdie inUtrechtwoontdie inLeedswoontdie eenliedje vanFroukjekentdie bruineogenheeftdie ietsgroensdraagtdielinkshandigisdiehooikoortsheeftdievloeiendSpaansspreektdie op eenambassadewerkt/heeftgewerkt

Zoek iemand ...... - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
  1. die in Nijmegen studeert/heeft gestudeerd
  2. die een elektrische auto heeft
  3. die piano speelt
  4. die vertaler is, die goed kan haken
  5. die in december jarig is
  6. die heeft gespeeld in een Nederlands toneelstuk
  7. die nu les heeft van Filip
  8. die een broer en een zus heeft
  9. die taalassistent is (geweest)
  10. die Frans heeft gestudeerd/studeert
  11. die in België heeft gewoond
  12. die vandaag voor jou een Sinterklaaslied wil zingen
  13. die even groot is als jij
  14. van wie er een verhaal in het boekje 'Leve Nederlands!' staat
  15. die in Utrecht woont
  16. die in Leeds woont
  17. die een liedje van Froukje kent
  18. die bruine ogen heeft
  19. die iets groens draagt
  20. die linkshandig is
  21. die hooikoorts heeft
  22. die vloeiend Spaans spreekt
  23. die op een ambassade werkt/heeft gewerkt