alleren villede stadingaancommencerbeginnenilneigehetsneeuwtsousonderturigolesje maakteengrapjefaire duhockeyhockeyenfaire dutennistennissenenplusbovendiendonnergevenchangerveranderenpossiblemogelijkseul(e)alleenlematchdewedstrijdfaire unvoyageeenreismakenilécrithijschrijftactif /activeactieffairedu skiskiënfaire delanatationzwemmenl'après-midi mdemiddagil faitbeauhet ismooiweernouveau/nouvellenieuwdansdix ansovertienjaaril faitfroidhet iskoudpenserdenkenl'adom/vde tiener,dejongerefaire duchevalpaardrijdenlecoursdelesavecmettout lemondeiedereenimportant(e)belangrijkjevoudraisik zou(graag)willenl'enfantm/vhetkindil dithijzegtlafoisdekeerilpleuthetregentsouventvaakdommagejammerfermerdichtdoen,sluitencélèbreberoemdjeviensikkomfainéant(e)luilepayshetlandà laplagenaarhetstrandtoujoursaltijdlachambrede(slaap)kameril faitmauvaishet isslechtweerpratiquerbeoefenenledéparthetvertrekjouerdupianopianospelenl'ordinateurmdecomputerlesoirdeavondlepassetempsdehobbymaintenantnujem'entraineikoefen,ik trainà lapiscinenaar hetzwembadjouerduviolonvioolspelenlamétéodeweersverwachtinglamusiquedemuziekbeaucoupveeltéléphonerà(op)bellenbêtedom,stomavoirbesoindenodighebbencontent(e)tevredenqu'est-ce quewatlasemainedeweekà tout àl'heuretotstrakspendanttijdensjouerde labatteriedrummenleretourdeterugkeerauterrainde foot mnaar hetvoetbalveldlesvêtementsm mvdekledingfaire dupatinageschaatsenjepeuxik kan,ik magsanszonderlanuitdenachtlemessagehetberichtselonvolgenslajournéededaglematindeochtendvitesnelalleren villede stadingaancommencerbeginnenilneigehetsneeuwtsousonderturigolesje maakteengrapjefaire duhockeyhockeyenfaire dutennistennissenenplusbovendiendonnergevenchangerveranderenpossiblemogelijkseul(e)alleenlematchdewedstrijdfaire unvoyageeenreismakenilécrithijschrijftactif /activeactieffairedu skiskiënfaire delanatationzwemmenl'après-midi mdemiddagil faitbeauhet ismooiweernouveau/nouvellenieuwdansdix ansovertienjaaril faitfroidhet iskoudpenserdenkenl'adom/vde tiener,dejongerefaire duchevalpaardrijdenlecoursdelesavecmettout lemondeiedereenimportant(e)belangrijkjevoudraisik zou(graag)willenl'enfantm/vhetkindil dithijzegtlafoisdekeerilpleuthetregentsouventvaakdommagejammerfermerdichtdoen,sluitencélèbreberoemdjeviensikkomfainéant(e)luilepayshetlandà laplagenaarhetstrandtoujoursaltijdlachambrede(slaap)kameril faitmauvaishet isslechtweerpratiquerbeoefenenledéparthetvertrekjouerdupianopianospelenl'ordinateurmdecomputerlesoirdeavondlepassetempsdehobbymaintenantnujem'entraineikoefen,ik trainà lapiscinenaar hetzwembadjouerduviolonvioolspelenlamétéodeweersverwachtinglamusiquedemuziekbeaucoupveeltéléphonerà(op)bellenbêtedom,stomavoirbesoindenodighebbencontent(e)tevredenqu'est-ce quewatlasemainedeweekà tout àl'heuretotstrakspendanttijdensjouerde labatteriedrummenleretourdeterugkeerauterrainde foot mnaar hetvoetbalveldlesvêtementsm mvdekledingfaire dupatinageschaatsenjepeuxik kan,ik magsanszonderlanuitdenachtlemessagehetberichtselonvolgenslajournéededaglematindeochtendvitesnel

1vwo chapitre 7 grl6 - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
  1. de stad ingaan
    aller en ville
  2. beginnen
    commencer
  3. het sneeuwt
    il neige
  4. onder
    sous
  5. je maakt een grapje
    tu rigoles
  6. hockeyen
    faire du hockey
  7. tennissen
    faire du tennis
  8. bovendien
    en plus
  9. geven
    donner
  10. veranderen
    changer
  11. mogelijk
    possible
  12. alleen
    seul(e)
  13. de wedstrijd
    le match
  14. een reis maken
    faire un voyage
  15. hij schrijft
    il écrit
  16. actief
    actif / active
  17. skiën
    faire du ski
  18. zwemmen
    faire de la natation
  19. de middag
    l'après-midi m
  20. het is mooi weer
    il fait beau
  21. nieuw
    nouveau / nouvelle
  22. over tien jaar
    dans dix ans
  23. het is koud
    il fait froid
  24. denken
    penser
  25. de tiener, de jongere
    l'ado m/v
  26. paardrijden
    faire du cheval
  27. de les
    le cours
  28. met
    avec
  29. iedereen
    tout le monde
  30. belangrijk
    important(e)
  31. ik zou (graag) willen
    je voudrais
  32. het kind
    l'enfant m/v
  33. hij zegt
    il dit
  34. de keer
    la fois
  35. het regent
    il pleut
  36. vaak
    souvent
  37. jammer
    dommage
  38. dichtdoen, sluiten
    fermer
  39. beroemd
    célèbre
  40. ik kom
    je viens
  41. lui
    fainéant(e)
  42. het land
    le pays
  43. naar het strand
    à la plage
  44. altijd
    toujours
  45. de (slaap)kamer
    la chambre
  46. het is slecht weer
    il fait mauvais
  47. beoefenen
    pratiquer
  48. het vertrek
    le départ
  49. piano spelen
    jouer du piano
  50. de computer
    l'ordinateur m
  51. de avond
    le soir
  52. de hobby
    le passetemps
  53. nu
    maintenant
  54. ik oefen, ik train
    je m'entraine
  55. naar het zwembad
    à la piscine
  56. viool spelen
    jouer du violon
  57. de weersverwachting
    la météo
  58. de muziek
    la musique
  59. veel
    beaucoup
  60. (op)bellen
    téléphoner à
  61. dom, stom
    bête
  62. nodig hebben
    avoir besoin de
  63. tevreden
    content(e)
  64. wat
    qu'est-ce que
  65. de week
    la semaine
  66. tot straks
    à tout à l'heure
  67. tijdens
    pendant
  68. drummen
    jouer de la batterie
  69. de terugkeer
    le retour
  70. naar het voetbalveld
    au terrain de foot m
  71. de kleding
    les vêtements m mv
  72. schaatsen
    faire du patinage
  73. ik kan, ik mag
    je peux
  74. zonder
    sans
  75. de nacht
    la nuit
  76. het bericht
    le message
  77. volgens
    selon
  78. de dag
    la journée
  79. de ochtend
    le matin
  80. snel
    vite