Ik kan mijzelfvoorstellenin eenandere taal.Ik kangrappenmaken in eenNederlandsdialect.Ik heb ooiteentaalbadgehad.Ik kan enminilesje gevenover eenvreemde taal datniet Engels ofNederlands is.Ik spreekthuis eenandere taaldan op mijnwerk.Ik heb thuisboekenliggen inandere talen.Ik kan eenconversatievolgen in eenandere taal ofNederlandsdialect.Ik kan invijf talentot vijftellen.Ik spreek met(één van) mijnouders eenandere taal danhet Nederlands.Ik zingliedjes meein eenvreemdetaal.In mijn collegeshoud ikrekening metandere talenen/of dialecten.Ik spreek,behalveNederlands,nog drietalen.Ik kan 'hallo'zeggen in vijfverschillendetalen.Spreek jij metenkele vriendeneen andere taaldan hetNederlands?Op vakantieprobeer ik detaal te sprekenvan het landwaar ik ben.Ik kan in tweeverschillende,vreemdetalen een dierbenoemen.Ik kan mijzelfvoorstellenin eenandere taal.Ik kangrappenmaken in eenNederlandsdialect.Ik heb ooiteentaalbadgehad.Ik kan enminilesje gevenover eenvreemde taal datniet Engels ofNederlands is.Ik spreekthuis eenandere taaldan op mijnwerk.Ik heb thuisboekenliggen inandere talen.Ik kan eenconversatievolgen in eenandere taal ofNederlandsdialect.Ik kan invijf talentot vijftellen.Ik spreek met(één van) mijnouders eenandere taal danhet Nederlands.Ik zingliedjes meein eenvreemdetaal.In mijn collegeshoud ikrekening metandere talenen/of dialecten.Ik spreek,behalveNederlands,nog drietalen.Ik kan 'hallo'zeggen in vijfverschillendetalen.Spreek jij metenkele vriendeneen andere taaldan hetNederlands?Op vakantieprobeer ik detaal te sprekenvan het landwaar ik ben.Ik kan in tweeverschillende,vreemdetalen een dierbenoemen.

Taalbingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
  1. Ik kan mijzelf voorstellen in een andere taal.
  2. Ik kan grappen maken in een Nederlands dialect.
  3. Ik heb ooit een taalbad gehad.
  4. Ik kan en minilesje geven over een vreemde taal dat niet Engels of Nederlands is.
  5. Ik spreek thuis een andere taal dan op mijn werk.
  6. Ik heb thuis boeken liggen in andere talen.
  7. Ik kan een conversatie volgen in een andere taal of Nederlands dialect.
  8. Ik kan in vijf talen tot vijf tellen.
  9. Ik spreek met (één van) mijn ouders een andere taal dan het Nederlands.
  10. Ik zing liedjes mee in een vreemde taal.
  11. In mijn colleges houd ik rekening met andere talen en/of dialecten.
  12. Ik spreek, behalve Nederlands, nog drie talen.
  13. Ik kan 'hallo' zeggen in vijf verschillende talen.
  14. Spreek jij met enkele vrienden een andere taal dan het Nederlands?
  15. Op vakantie probeer ik de taal te spreken van het land waar ik ben.
  16. Ik kan in twee verschillende, vreemde talen een dier benoemen.