KaneenkoprolIslinkshandigHeefteenhuisdierDoetniet aansportWoontvrijstaandIs nietmuzikaalKangoeddansenWilde eenandereopleidingdoenHeefteenallergieWoontmeer dan50km verDoeteenbalsportHeeftgeenFacebookInNederlandop vakantiegeweestIs inoktobergeborenIs eenochtendmensKan in hetfrans tot10 tellenHeeft eenbijbaan bijdesupermarktIs inParijsgeweestMoet meerdan eenuur reizennaar schoolHeeft eenbroer/broertjeSpreektmeer dan2 talenHeeft hetrooster al inzijn agendagezetIs naar eenfestivalgeweestdeze zomerSpeelteeninstrumentHeeftblauweogenKaneenkoprolIslinkshandigHeefteenhuisdierDoetniet aansportWoontvrijstaandIs nietmuzikaalKangoeddansenWilde eenandereopleidingdoenHeefteenallergieWoontmeer dan50km verDoeteenbalsportHeeftgeenFacebookInNederlandop vakantiegeweestIs inoktobergeborenIs eenochtendmensKan in hetfrans tot10 tellenHeeft eenbijbaan bijdesupermarktIs inParijsgeweestMoet meerdan eenuur reizennaar schoolHeeft eenbroer/broertjeSpreektmeer dan2 talenHeeft hetrooster al inzijn agendagezetIs naar eenfestivalgeweestdeze zomerSpeelteeninstrumentHeeftblauweogen

Kennismakings Bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
N
2
O
3
I
4
I
5
G
6
B
7
G
8
N
9
I
10
O
11
N
12
G
13
B
14
G
15
N
16
N
17
O
18
B
19
O
20
I
21
G
22
B
23
O
24
B
25
I
  1. N-Kan een koprol
  2. O-Is linkshandig
  3. I-Heeft een huisdier
  4. I-Doet niet aan sport
  5. G-Woont vrijstaand
  6. B-Is niet muzikaal
  7. G-Kan goed dansen
  8. N-Wilde een andere opleiding doen
  9. I-Heeft een allergie
  10. O-Woont meer dan 50km ver
  11. N-Doet een balsport
  12. G-Heeft geen Facebook
  13. B-In Nederland op vakantie geweest
  14. G-Is in oktober geboren
  15. N-Is een ochtend mens
  16. N-Kan in het frans tot 10 tellen
  17. O-Heeft een bijbaan bij de supermarkt
  18. B-Is in Parijs geweest
  19. O-Moet meer dan een uur reizen naar school
  20. I-Heeft een broer/broertje
  21. G-Spreekt meer dan 2 talen
  22. B-Heeft het rooster al in zijn agenda gezet
  23. O-Is naar een festival geweest deze zomer
  24. B-Speelt een instrument
  25. I-Heeft blauwe ogen