heeftmeer dan3 broersen zussengaatdoorstuderenspreektEngelsvindttekenenleukvindtschoolleukvindtsportniet leukis graagbij familieals hij/zijvrij isis thuishetjongstekindis ergensallergischvoorkletstveelvindtzingenleukkangoeddansenisgeborenin Afrikawil in hetbuitenlandwerkenhoudtvanvisagiespreekt3 talenwoont inRotterdamheeft inmeer dan2 landengewoondwil eeneigenbedrijfis goedinrekenenheeft eenpraktijkbuddyheeft eeneigenbedrijfgaat opde fietsnaarschoolkankokenhoudt nietvanchocoladeheeftmeer dan3 broersen zussengaatdoorstuderenspreektEngelsvindttekenenleukvindtschoolleukvindtsportniet leukis graagbij familieals hij/zijvrij isis thuishetjongstekindis ergensallergischvoorkletstveelvindtzingenleukkangoeddansenisgeborenin Afrikawil in hetbuitenlandwerkenhoudtvanvisagiespreekt3 talenwoont inRotterdamheeft inmeer dan2 landengewoondwil eeneigenbedrijfis goedinrekenenheeft eenpraktijkbuddyheeft eeneigenbedrijfgaat opde fietsnaarschoolkankokenhoudt nietvanchocolade

Zoek in de klas! Wie...???? - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
N
2
G
3
I
4
G
5
O
6
N
7
B
8
O
9
I
10
B
11
B
12
I
13
G
14
N
15
B
16
N
17
B
18
N
19
O
20
I
21
G
22
O
23
O
24
G
25
I
  1. N-heeft meer dan 3 broers en zussen
  2. G-gaat doorstuderen
  3. I-spreekt Engels
  4. G-vindt tekenen leuk
  5. O-vindt school leuk
  6. N-vindt sport niet leuk
  7. B-is graag bij familie als hij/zij vrij is
  8. O-is thuis het jongste kind
  9. I-is ergens allergisch voor
  10. B-kletst veel
  11. B-vindt zingen leuk
  12. I-kan goed dansen
  13. G-is geboren in Afrika
  14. N-wil in het buitenland werken
  15. B-houdt van visagie
  16. N-spreekt 3 talen
  17. B-woont in Rotterdam
  18. N-heeft in meer dan 2 landen gewoond
  19. O-wil een eigen bedrijf
  20. I-is goed in rekenen
  21. G-heeft een praktijkbuddy
  22. O-heeft een eigen bedrijf
  23. O-gaat op de fiets naar school
  24. G-kan koken
  25. I-houdt niet van chocolade