Hermsen zijnschoenenzijn dezelfdekleur als zijntrui of shirt“Maar datleer je pasis de5e/6e”Hermsenknipt metzijnvingersHermsendoet zijnlab jasaanHermsenpakt zijnstok“Pakbinas ermaareven bij”Hermsenheeft nogsteeds decijfers nietHermsenheeftkritiek ophet boekBonusHermsenkijkt opzijnhorlogeHermsenmaaktoefenopgavenop het bordHermsengaat dediscussieaan met eenleerlingHermsen heeftminimaal drieverkleinwoordjesgebruikt“SSSSTTTTT”Hermsengaat zitten opzijn stoel metze benenomhoogHermsen begintover het meestrandom verhaalte praten wat niksmet scheikundete maken heeftHermsen zijnschoenenzijn dezelfdekleur als zijntrui of shirt“Maar datleer je pasis de5e/6e”Hermsenknipt metzijnvingersHermsendoet zijnlab jasaanHermsenpakt zijnstok“Pakbinas ermaareven bij”Hermsenheeft nogsteeds decijfers nietHermsenheeftkritiek ophet boekBonusHermsenkijkt opzijnhorlogeHermsenmaaktoefenopgavenop het bordHermsengaat dediscussieaan met eenleerlingHermsen heeftminimaal drieverkleinwoordjesgebruikt“SSSSTTTTT”Hermsengaat zitten opzijn stoel metze benenomhoogHermsen begintover het meestrandom verhaalte praten wat niksmet scheikundete maken heeft

Hermsen Bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
O
2
A
3
L
4
O
5
L
6
A
7
F
8
F
9
O
10
L
11
F
12
F
13
A
14
O
15
L
16
A
  1. O-Hermsen zijn schoenen zijn dezelfde kleur als zijn trui of shirt
  2. A-“Maar dat leer je pas is de 5e/6e”
  3. L-Hermsen knipt met zijn vingers
  4. O-Hermsen doet zijn lab jas aan
  5. L-Hermsen pakt zijn stok
  6. A-“Pak binas er maar even bij”
  7. F-Hermsen heeft nog steeds de cijfers niet
  8. F-Hermsen heeft kritiek op het boek
  9. O-Bonus
  10. L-Hermsen kijkt op zijn horloge
  11. F-Hermsen maakt oefenopgaven op het bord
  12. F-Hermsen gaat de discussie aan met een leerling
  13. A-Hermsen heeft minimaal drie verkleinwoordjes gebruikt
  14. O-“SSSSTTTTT”
  15. L-Hermsen gaat zitten op zijn stoel met ze benen omhoog
  16. A-Hermsen begint over het meest random verhaal te praten wat niks met scheikunde te maken heeft