Chris kanz’n dasnietstrikkenChrismaakteen feutopmerkingChrisslaat metz’n hamerChrisgaatrokenChrisnoemtiemandeen sjaarsChrismaakt hetchrisgezichtChrisweet eensjaars z’nnaam nietChriseet eensnackieChrisneemteen slokChrisnegeert eenopgestokenhandChrisprobeert ietste fiksenmaar maakthet ergerChrisverpestde alvvolgordeChris stelteendommevraagChris pakteen nieuwbiertjeChris heeftz’n voormitsniet gedaanChrisheeft tijdstressChriszegt voChrisvraagtom snusChris wordtgecorrigeerddoor bestuurChrismoetlachenChriskijktmoeilijkChrisheeft z’ntaak nietgedaanChrisstaatopChris kijktop z’ntelefoonChris kanz’n dasnietstrikkenChrismaakteen feutopmerkingChrisslaat metz’n hamerChrisgaatrokenChrisnoemtiemandeen sjaarsChrismaakt hetchrisgezichtChrisweet eensjaars z’nnaam nietChriseet eensnackieChrisneemteen slokChrisnegeert eenopgestokenhandChrisprobeert ietste fiksenmaar maakthet ergerChrisverpestde alvvolgordeChris stelteendommevraagChris pakteen nieuwbiertjeChris heeftz’n voormitsniet gedaanChrisheeft tijdstressChriszegt voChrisvraagtom snusChris wordtgecorrigeerddoor bestuurChrismoetlachenChriskijktmoeilijkChrisheeft z’ntaak nietgedaanChrisstaatopChris kijktop z’ntelefoon

Feut-zitter bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
b
2
n
3
b
4
O
5
b
6
n
7
O
8
i
9
i
10
O
11
O
12
V
13
n
14
V
15
n
16
i
17
V
18
b
19
O
20
V
21
i
22
i
23
V
24
b
  1. b-Chris kan z’n das niet strikken
  2. n-Chris maakt een feut opmerking
  3. b-Chris slaat met z’n hamer
  4. O-Chris gaat roken
  5. b-Chris noemt iemand een sjaars
  6. n-Chris maakt het chris gezicht
  7. O-Chris weet een sjaars z’n naam niet
  8. i-Chris eet een snackie
  9. i-Chris neemt een slok
  10. O-Chris negeert een opgestoken hand
  11. O-Chris probeert iets te fiksen maar maakt het erger
  12. V-Chris verpest de alv volgorde
  13. n-Chris stelt een domme vraag
  14. V-Chris pakt een nieuw biertje
  15. n-Chris heeft z’n voormits niet gedaan
  16. i-Chris heeft tijd stress
  17. V-Chris zegt vo
  18. b-Chris vraagt om snus
  19. O-Chris wordt gecorrigeerd door bestuur
  20. V-Chris moet lachen
  21. i-Chris kijkt moeilijk
  22. i-Chris heeft z’n taak niet gedaan
  23. V-Chris staat op
  24. b-Chris kijkt op z’n telefoon