avoir besoin de nodig hebben l’ile v het eiland la main de hand au Luxembourg in/naar Luxemburg accro verslaafd la dispute de ruzie là- bas daar le pain het brood la viande het vlees faire du football voetballen faire de la danse dansen partout overal sans doute waarschijnlijk belge Belgisch équilibré(e) evenwichtig la jambe het been il fait froid het is koud pendant tijdens au printemps in de lente cuisiner koken la montagne de berg le temps het weer arrêter stoppen faire du hockey hockeyen les réseaux sociaux m mv de social media l’église v de kerk parler praten, spreken le sac à dos de rugtas interdit(e) verboden ici hier le château het kasteel le bras de arm le poisson de vis faire de la plongée duiken le/la jeune de jongere expliquer uitleggen la gorge de keel arriver aankomen allemand(e) Duits améliorer verbeteren faire attention opletten nager zwemmen en Belgique in/naar België le voyage de reis la rentrée de eerste schooldag la chose het ding le corps het lichaam découvrir ontdekken trop te veel premier, première eerste faire du patinage schaatsen faire du vélo fietsen en France in/naar Frankrijk cet après- midi vanmiddag le garçon de jongen repose- toi rust uit magnifique prachtig le ventre de buik le pied de voet faire de la natation zwemmen d’abord ten eerste dommage jammer l’avion m het vliegtuig à ce soir tot vanavond malade ziek formidable geweldig avoir raison gelijk hebben la semaine de week le but het doel néerlandais(e) Nederlands pourquoi waarom faire du tennis tennissen il fait mauvais het is slecht weer de plus en plus steeds meer anglais(e) Engels il fait 20 degrés het is 20 graden faire la grasse matinée uitslapen l’hôtel m het hotel voir zien entrer binnenkomen au début aan het begin en fait eigenlijk l’ordinateur m de computer l’endroit m de plek espagnol(e) Spaans penser denken en Espagne in/naar Spanje mauvais(e) slecht être en train de bezig zijn met terrible vreselijk la chambre de slaapkamer en automne in de herfst sauf behalve musclé(e) gespierd faire du ski skiën mieux beter rester blijven le train de trein rentrer naar huis gaan la fièvre de koorts la fille het meisje le village het dorp la liberté de vrijheid aux Pays- Bas in/naar Nederland ce matin vanochtend nul waardeloos faire les magasins winkelen il vient hij komt le frère de broer dormir slapen le dos de rug louer une maison een huis huren la sœur de zus en été in de zomer enfin (uit)eindelijk la gare het station commencer beginnen le pays het land il fait chaud het is warm le conseil de tip, het advies sans zonder la piscine het zwembad gagner winnen en hiver in de winter il fait beau het is mooi weer la maison het huis rencontrer ontmoeten en Angleterre in/naar Engeland car want bonsoir goedenavond toujours nog steeds, altijd discuter kletsen faire du cheval paardrijden fatigué(e) moe important(e) belangrijk ce weekend dit weekend la semaine dernière vorige week en Allemagne in/naar Duitsland donner geven l’ami(e) de vriend(in) raconter vertellen l’histoire v het verhaal faire de la musculation fitnessen si als partir vertrekken la santé de gezondheid fatigué(e) moe comme ça op die manier la mer de zee à cause de vanwege car want faire de la gymnastique turnen grâce à dankzij le meilleur ami de beste vriend le sucre de suiker l’accident m het ongeluk c’est pourquoi daarom le bisou de kus le lit het bed je veux ik wil avoir besoin de nodig hebben l’ile v het eiland la main de hand au Luxembourg in/naar Luxemburg accro verslaafd la dispute de ruzie là- bas daar le pain het brood la viande het vlees faire du football voetballen faire de la danse dansen partout overal sans doute waarschijnlijk belge Belgisch équilibré(e) evenwichtig la jambe het been il fait froid het is koud pendant tijdens au printemps in de lente cuisiner koken la montagne de berg le temps het weer arrêter stoppen faire du hockey hockeyen les réseaux sociaux m mv de social media l’église v de kerk parler praten, spreken le sac à dos de rugtas interdit(e) verboden ici hier le château het kasteel le bras de arm le poisson de vis faire de la plongée duiken le/la jeune de jongere expliquer uitleggen la gorge de keel arriver aankomen allemand(e) Duits améliorer verbeteren faire attention opletten nager zwemmen en Belgique in/naar België le voyage de reis la rentrée de eerste schooldag la chose het ding le corps het lichaam découvrir ontdekken trop te veel premier, première eerste faire du patinage schaatsen faire du vélo fietsen en France in/naar Frankrijk cet après- midi vanmiddag le garçon de jongen repose- toi rust uit magnifique prachtig le ventre de buik le pied de voet faire de la natation zwemmen d’abord ten eerste dommage jammer l’avion m het vliegtuig à ce soir tot vanavond malade ziek formidable geweldig avoir raison gelijk hebben la semaine de week le but het doel néerlandais(e) Nederlands pourquoi waarom faire du tennis tennissen il fait mauvais het is slecht weer de plus en plus steeds meer anglais(e) Engels il fait 20 degrés het is 20 graden faire la grasse matinée uitslapen l’hôtel m het hotel voir zien entrer binnenkomen au début aan het begin en fait eigenlijk l’ordinateur m de computer l’endroit m de plek espagnol(e) Spaans penser denken en Espagne in/naar Spanje mauvais(e) slecht être en train de bezig zijn met terrible vreselijk la chambre de slaapkamer en automne in de herfst sauf behalve musclé(e) gespierd faire du ski skiën mieux beter rester blijven le train de trein rentrer naar huis gaan la fièvre de koorts la fille het meisje le village het dorp la liberté de vrijheid aux Pays- Bas in/naar Nederland ce matin vanochtend nul waardeloos faire les magasins winkelen il vient hij komt le frère de broer dormir slapen le dos de rug louer une maison een huis huren la sœur de zus en été in de zomer enfin (uit)eindelijk la gare het station commencer beginnen le pays het land il fait chaud het is warm le conseil de tip, het advies sans zonder la piscine het zwembad gagner winnen en hiver in de winter il fait beau het is mooi weer la maison het huis rencontrer ontmoeten en Angleterre in/naar Engeland car want bonsoir goedenavond toujours nog steeds, altijd discuter kletsen faire du cheval paardrijden fatigué(e) moe important(e) belangrijk ce weekend dit weekend la semaine dernière vorige week en Allemagne in/naar Duitsland donner geven l’ami(e) de vriend(in) raconter vertellen l’histoire v het verhaal faire de la musculation fitnessen si als partir vertrekken la santé de gezondheid fatigué(e) moe comme ça op die manier la mer de zee à cause de vanwege car want faire de la gymnastique turnen grâce à dankzij le meilleur ami de beste vriend le sucre de suiker l’accident m het ongeluk c’est pourquoi daarom le bisou de kus le lit het bed je veux ik wil
(Print)
nodig hebben
het eiland
de hand
in/naar Luxemburg
verslaafd
de ruzie
daar
het brood
het vlees
voetballen
dansen
overal
waarschijnlijk
Belgisch
evenwichtig
het been
het is koud
tijdens
in de lente
koken
de berg
het weer
stoppen
hockeyen
de social media
de kerk
praten, spreken
de rugtas
verboden
hier
het kasteel
de arm
de vis
duiken
de jongere
uitleggen
de keel
aankomen
Duits
verbeteren
opletten
zwemmen
in/naar België
de reis
de eerste schooldag
het ding
het lichaam
ontdekken
te veel
eerste
schaatsen
fietsen
in/naar Frankrijk
vanmiddag
de jongen
rust uit
prachtig
de buik
de voet
zwemmen
ten eerste
jammer
het vliegtuig
tot vanavond
ziek
geweldig
gelijk hebben
de week
het doel
Nederlands
waarom
tennissen
het is slecht weer
steeds meer
Engels
het is 20 graden
uitslapen
het hotel
zien
binnenkomen
aan het begin
eigenlijk
de computer
de plek
Spaans
denken
in/naar Spanje
slecht
bezig zijn met
vreselijk
de slaapkamer
in de herfst
behalve
gespierd
skiën
beter
blijven
de trein
naar huis gaan
de koorts
het meisje
het dorp
de vrijheid
in/naar Nederland
vanochtend
waardeloos
winkelen
hij komt
de broer
slapen
de rug
een huis huren
de zus
in de zomer
(uit)eindelijk
het station
beginnen
het land
het is warm
de tip, het advies
zonder
het zwembad
winnen
in de winter
het is mooi weer
het huis
ontmoeten
in/naar Engeland
want
goedenavond
nog steeds, altijd
kletsen
paardrijden
moe
belangrijk
dit weekend
vorige week
in/naar Duitsland
geven
de vriend(in)
vertellen
het verhaal
fitnessen
als
vertrekken
de gezondheid
moe
op die manier
de zee
vanwege
want
turnen
dankzij
de beste vriend
de suiker
het ongeluk
daarom
de kus
het bed
ik wil
