la santé de gezondheid découvrir ontdekken ici hier l’histoire v het verhaal c’est pourquoi daarom la piscine het zwembad là- bas daar le corps het lichaam la semaine de week mieux beter cuisiner koken avoir besoin de nodig hebben la semaine dernière vorige week trop te veel penser denken partir vertrekken entrer binnenkomen rencontrer ontmoeten pendant tijdens le temps het weer faire du cheval paardrijden il fait chaud het is warm dommage jammer expliquer uitleggen la montagne de berg je veux ik wil nul waardeloos le poisson de vis en Espagne in/naar Spanje faire de la plongée duiken ce matin vanochtend la fille het meisje le bras de arm être en train de bezig zijn met bonsoir goedenavond formidable geweldig musclé(e) gespierd arriver aankomen équilibré(e) evenwichtig premier, première eerste aux Pays- Bas in/naar Nederland cet après- midi vanmiddag en France in/naar Frankrijk le village het dorp la chose het ding l’endroit m de plek il fait froid het is koud faire attention opletten anglais(e) Engels rentrer naar huis gaan l’ile v het eiland faire les magasins winkelen en été in de zomer l’ordinateur m de computer faire du football voetballen enfin (uit)eindelijk faire du vélo fietsen sauf behalve il fait mauvais het is slecht weer partout overal raconter vertellen le conseil de tip, het advies faire du tennis tennissen voir zien allemand(e) Duits néerlandais(e) Nederlands car want pourquoi waarom important(e) belangrijk faire du patinage schaatsen la gare het station faire de la gymnastique turnen le garçon de jongen sans zonder l’accident m het ongeluk l’avion m het vliegtuig la sœur de zus l’église v de kerk il vient hij komt le pied de voet faire du hockey hockeyen faire la grasse matinée uitslapen le dos de rug magnifique prachtig en fait eigenlijk commencer beginnen avoir raison gelijk hebben en Belgique in/naar België car want faire de la danse dansen la maison het huis il fait 20 degrés het is 20 graden le voyage de reis en automne in de herfst en Allemagne in/naar Duitsland le lit het bed à cause de vanwege les réseaux sociaux m mv de social media la rentrée de eerste schooldag nager zwemmen faire de la musculation fitnessen la chambre de slaapkamer le/la jeune de jongere le château het kasteel arrêter stoppen le but het doel au printemps in de lente espagnol(e) Spaans comme ça op die manier parler praten, spreken le bisou de kus l’hôtel m het hotel en Angleterre in/naar Engeland rester blijven terrible vreselijk en hiver in de winter le frère de broer la mer de zee le pays het land la viande het vlees le sac à dos de rugtas ce weekend dit weekend il fait beau het is mooi weer le ventre de buik le pain het brood au début aan het begin repose- toi rust uit belge Belgisch sans doute waarschijnlijk discuter kletsen le train de trein grâce à dankzij si als la dispute de ruzie de plus en plus steeds meer le meilleur ami de beste vriend mauvais(e) slecht dormir slapen à ce soir tot vanavond toujours nog steeds, altijd la jambe het been la liberté de vrijheid faire de la natation zwemmen fatigué(e) moe malade ziek accro verslaafd au Luxembourg in/naar Luxemburg la fièvre de koorts la gorge de keel faire du ski skiën le sucre de suiker louer une maison een huis huren d’abord ten eerste interdit(e) verboden l’ami(e) de vriend(in) donner geven gagner winnen fatigué(e) moe améliorer verbeteren la main de hand la santé de gezondheid découvrir ontdekken ici hier l’histoire v het verhaal c’est pourquoi daarom la piscine het zwembad là- bas daar le corps het lichaam la semaine de week mieux beter cuisiner koken avoir besoin de nodig hebben la semaine dernière vorige week trop te veel penser denken partir vertrekken entrer binnenkomen rencontrer ontmoeten pendant tijdens le temps het weer faire du cheval paardrijden il fait chaud het is warm dommage jammer expliquer uitleggen la montagne de berg je veux ik wil nul waardeloos le poisson de vis en Espagne in/naar Spanje faire de la plongée duiken ce matin vanochtend la fille het meisje le bras de arm être en train de bezig zijn met bonsoir goedenavond formidable geweldig musclé(e) gespierd arriver aankomen équilibré(e) evenwichtig premier, première eerste aux Pays- Bas in/naar Nederland cet après- midi vanmiddag en France in/naar Frankrijk le village het dorp la chose het ding l’endroit m de plek il fait froid het is koud faire attention opletten anglais(e) Engels rentrer naar huis gaan l’ile v het eiland faire les magasins winkelen en été in de zomer l’ordinateur m de computer faire du football voetballen enfin (uit)eindelijk faire du vélo fietsen sauf behalve il fait mauvais het is slecht weer partout overal raconter vertellen le conseil de tip, het advies faire du tennis tennissen voir zien allemand(e) Duits néerlandais(e) Nederlands car want pourquoi waarom important(e) belangrijk faire du patinage schaatsen la gare het station faire de la gymnastique turnen le garçon de jongen sans zonder l’accident m het ongeluk l’avion m het vliegtuig la sœur de zus l’église v de kerk il vient hij komt le pied de voet faire du hockey hockeyen faire la grasse matinée uitslapen le dos de rug magnifique prachtig en fait eigenlijk commencer beginnen avoir raison gelijk hebben en Belgique in/naar België car want faire de la danse dansen la maison het huis il fait 20 degrés het is 20 graden le voyage de reis en automne in de herfst en Allemagne in/naar Duitsland le lit het bed à cause de vanwege les réseaux sociaux m mv de social media la rentrée de eerste schooldag nager zwemmen faire de la musculation fitnessen la chambre de slaapkamer le/la jeune de jongere le château het kasteel arrêter stoppen le but het doel au printemps in de lente espagnol(e) Spaans comme ça op die manier parler praten, spreken le bisou de kus l’hôtel m het hotel en Angleterre in/naar Engeland rester blijven terrible vreselijk en hiver in de winter le frère de broer la mer de zee le pays het land la viande het vlees le sac à dos de rugtas ce weekend dit weekend il fait beau het is mooi weer le ventre de buik le pain het brood au début aan het begin repose- toi rust uit belge Belgisch sans doute waarschijnlijk discuter kletsen le train de trein grâce à dankzij si als la dispute de ruzie de plus en plus steeds meer le meilleur ami de beste vriend mauvais(e) slecht dormir slapen à ce soir tot vanavond toujours nog steeds, altijd la jambe het been la liberté de vrijheid faire de la natation zwemmen fatigué(e) moe malade ziek accro verslaafd au Luxembourg in/naar Luxemburg la fièvre de koorts la gorge de keel faire du ski skiën le sucre de suiker louer une maison een huis huren d’abord ten eerste interdit(e) verboden l’ami(e) de vriend(in) donner geven gagner winnen fatigué(e) moe améliorer verbeteren la main de hand
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
de gezondheid
la santé
ontdekken
découvrir
hier
ici
het verhaal
l’histoire v
daarom
c’est pourquoi
het zwembad
la piscine
daar
là-bas
het lichaam
le corps
de week
la semaine
beter
mieux
koken
cuisiner
nodig hebben
avoir besoin de
vorige week
la semaine dernière
te veel
trop
denken
penser
vertrekken
partir
binnenkomen
entrer
ontmoeten
rencontrer
tijdens
pendant
het weer
le temps
paardrijden
faire du cheval
het is warm
il fait chaud
jammer
dommage
uitleggen
expliquer
de berg
la montagne
ik wil
je veux
waardeloos
nul
de vis
le poisson
in/naar Spanje
en Espagne
duiken
faire de la plongée
vanochtend
ce matin
het meisje
la fille
de arm
le bras
bezig zijn met
être en train de
goedenavond
bonsoir
geweldig
formidable
gespierd
musclé(e)
aankomen
arriver
evenwichtig
équilibré(e)
eerste
premier, première
in/naar Nederland
aux Pays-Bas
vanmiddag
cet après-midi
in/naar Frankrijk
en France
het dorp
le village
het ding
la chose
de plek
l’endroit m
het is koud
il fait froid
opletten
faire attention
Engels
anglais(e)
naar huis gaan
rentrer
het eiland
l’ile v
winkelen
faire les magasins
in de zomer
en été
de computer
l’ordinateur m
voetballen
faire du football
(uit)eindelijk
enfin
fietsen
faire du vélo
behalve
sauf
het is slecht weer
il fait mauvais
overal
partout
vertellen
raconter
de tip, het advies
le conseil
tennissen
faire du tennis
zien
voir
Duits
allemand(e)
Nederlands
néerlandais(e)
want
car
waarom
pourquoi
belangrijk
important(e)
schaatsen
faire du patinage
het station
la gare
turnen
faire de la gymnastique
de jongen
le garçon
zonder
sans
het ongeluk
l’accident m
het vliegtuig
l’avion m
de zus
la sœur
de kerk
l’église v
hij komt
il vient
de voet
le pied
hockeyen
faire du hockey
uitslapen
faire la grasse matinée
de rug
le dos
prachtig
magnifique
eigenlijk
en fait
beginnen
commencer
gelijk hebben
avoir raison
in/naar België
en Belgique
want
car
dansen
faire de la danse
het huis
la maison
het is 20 graden
il fait 20 degrés
de reis
le voyage
in de herfst
en automne
in/naar Duitsland
en Allemagne
het bed
le lit
vanwege
à cause de
de social media
les réseaux sociaux m mv
de eerste schooldag
la rentrée
zwemmen
nager
fitnessen
faire de la musculation
de slaapkamer
la chambre
de jongere
le/la jeune
het kasteel
le château
stoppen
arrêter
het doel
le but
in de lente
au printemps
Spaans
espagnol(e)
op die manier
comme ça
praten, spreken
parler
de kus
le bisou
het hotel
l’hôtel m
in/naar Engeland
en Angleterre
blijven
rester
vreselijk
terrible
in de winter
en hiver
de broer
le frère
de zee
la mer
het land
le pays
het vlees
la viande
de rugtas
le sac à dos
dit weekend
ce weekend
het is mooi weer
il fait beau
de buik
le ventre
het brood
le pain
aan het begin
au début
rust uit
repose-toi
Belgisch
belge
waarschijnlijk
sans doute
kletsen
discuter
de trein
le train
dankzij
grâce à
als
si
de ruzie
la dispute
steeds meer
de plus en plus
de beste vriend
le meilleur ami
slecht
mauvais(e)
slapen
dormir
tot vanavond
à ce soir
nog steeds, altijd
toujours
het been
la jambe
de vrijheid
la liberté
zwemmen
faire de la natation
moe
fatigué(e)
ziek
malade
verslaafd
accro
in/naar Luxemburg
au Luxembourg
de koorts
la fièvre
de keel
la gorge
skiën
faire du ski
de suiker
le sucre
een huis huren
louer une maison
ten eerste
d’abord
verboden
interdit(e)
de vriend(in)
l’ami(e)
geven
donner
winnen
gagner
moe
fatigué(e)
verbeteren
améliorer
de hand
la main