OriënterendTegenstellingherken jeaanEerste enlaatstealineaSchrijverArgumentatievevragenGeconcentreerdVoordat jedat doet ishetraadzaamStandaardvragen:welktussenkopjehoort bijwelke alineaDrierondesEmotiebevatten,zoalshelemaal nietWaar zoude tekstovergaan?Zoek dande moeilijkewoorden opFree!Zorgvuldigde vraaglezenWat ervan jeverwachtwordtVoetbalwedstrijdIntensiefHuppelenMeerkeuze:EersterondeWaar is detekstgepubliceerdofwel dekernzinaanCiterenDriekwartierlerenRedeneren,argumenten,drogredenenIets meteigenwoordenzeggenSchrijfaltijdiets op…Sommigeantwoorden directkan wegstrepen,omdat ze slechtsgedeeltelijk juistzijn.TekstonafhankelijkevragenFuncties vantekstgedeeltenbepalen.Dehoofdgedachtewordt soms inde inleiding ofhet slotgeformuleerd.Controleer ofje ook echtantwoordgeeftOefenenJe eersteingevingis vaak dejuiste.SignaalwoordenTitel,tussenkopjesGa hierbij altijduit van wat er inde tekst staaten niet van watjij denkt.EssentiëleverschilleninbetekenisBedenk zelf eersthet antwoord en kijkdan pas welkmeerkeuzeantwoordhet dichtste in debuurt komt.TekstindelenMobielwegTekstsoortPer alineadebelangrijkstezinMocht je hetdan echt, echt,echt niet weten,kies dan voorhet langsteantwoord.Eenmeerkeuzevraagmoetvanzelfsprekendhelemaal juistzijn.Beantwoordje devrageneven devragendoor telezenSchrijfdoelOriënterendTegenstellingherken jeaanEerste enlaatstealineaSchrijverArgumentatievevragenGeconcentreerdVoordat jedat doet ishetraadzaamStandaardvragen:welktussenkopjehoort bijwelke alineaDrierondesEmotiebevatten,zoalshelemaal nietWaar zoude tekstovergaan?Zoek dande moeilijkewoorden opFree!Zorgvuldigde vraaglezenWat ervan jeverwachtwordtVoetbalwedstrijdIntensiefHuppelenMeerkeuze:EersterondeWaar is detekstgepubliceerdofwel dekernzinaanCiterenDriekwartierlerenRedeneren,argumenten,drogredenenIets meteigenwoordenzeggenSchrijfaltijdiets op…Sommigeantwoorden directkan wegstrepen,omdat ze slechtsgedeeltelijk juistzijn.TekstonafhankelijkevragenFuncties vantekstgedeeltenbepalen.Dehoofdgedachtewordt soms inde inleiding ofhet slotgeformuleerd.Controleer ofje ook echtantwoordgeeftOefenenJe eersteingevingis vaak dejuiste.SignaalwoordenTitel,tussenkopjesGa hierbij altijduit van wat er inde tekst staaten niet van watjij denkt.EssentiëleverschilleninbetekenisBedenk zelf eersthet antwoord en kijkdan pas welkmeerkeuzeantwoordhet dichtste in debuurt komt.TekstindelenMobielwegTekstsoortPer alineadebelangrijkstezinMocht je hetdan echt, echt,echt niet weten,kies dan voorhet langsteantwoord.Eenmeerkeuzevraagmoetvanzelfsprekendhelemaal juistzijn.Beantwoordje devrageneven devragendoor telezenSchrijfdoel

Tips lezen luisteren - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
  1. Oriënterend
  2. Tegenstelling herken je aan
  3. Eerste en laatste alinea
  4. Schrijver
  5. Argumentatieve vragen
  6. Geconcentreerd
  7. Voordat je dat doet is het raadzaam
  8. Standaard vragen:
  9. welk tussenkopje hoort bij welke alinea
  10. Drie rondes
  11. Emotie bevatten, zoals helemaal niet
  12. Waar zou de tekst over gaan?
  13. Zoek dan de moeilijke woorden op
  14. Free!
  15. Zorgvuldig de vraag lezen
  16. Wat er van je verwacht wordt
  17. Voetbalwedstrijd
  18. Intensief
  19. Huppelen
  20. Meerkeuze:
  21. Eerste ronde
  22. Waar is de tekst gepubliceerd
  23. ofwel de kernzin aan
  24. Citeren
  25. Drie kwartier leren
  26. Redeneren, argumenten, drogredenen
  27. Iets met eigen woorden zeggen
  28. Schrijf altijd iets op
  29. …Sommige antwoorden direct kan wegstrepen, omdat ze slechts gedeeltelijk juist zijn.
  30. Tekstonafhankelijke vragen
  31. Functies van tekstgedeelten bepalen.
  32. De hoofdgedachte wordt soms in de inleiding of het slot geformuleerd.
  33. Controleer of je ook echt antwoord geeft
  34. Oefenen
  35. Je eerste ingeving is vaak de juiste.
  36. Signaalwoorden
  37. Titel, tussenkopjes
  38. Ga hierbij altijd uit van wat er in de tekst staat en niet van wat jij denkt.
  39. Essentiële verschillen in betekenis
  40. Bedenk zelf eerst het antwoord en kijk dan pas welk meerkeuzeantwoord het dichtste in de buurt komt.
  41. Tekst indelen
  42. Mobiel weg
  43. Tekstsoort
  44. Per alinea de belangrijkste zin
  45. Mocht je het dan echt, echt, echt niet weten, kies dan voor het langste antwoord.
  46. Een meerkeuzevraag moet vanzelfsprekend helemaal juist zijn.
  47. Beantwoord je de vragen
  48. even de vragen door te lezen
  49. Schrijfdoel