Waar zoude tekstovergaan?Mocht je hetdan echt, echt,echt niet weten,kies dan voorhet langsteantwoord.Tekstsoorteven devragendoor telezenBeantwoordje devragenMeerkeuze:Per alineadebelangrijkstezinEersterondeOefenenStandaardvragen:Redeneren,argumenten,drogredenenZorgvuldigde vraaglezenIets meteigenwoordenzeggenTekstindelenFuncties vantekstgedeeltenbepalen.Eenmeerkeuzevraagmoetvanzelfsprekendhelemaal juistzijn.Waar is detekstgepubliceerdBedenk zelf eersthet antwoord en kijkdan pas welkmeerkeuzeantwoordhet dichtste in debuurt komt.MobielwegTitel,tussenkopjesSignaalwoordenControleer ofje ook echtantwoordgeeftVoordat jedat doet ishetraadzaamDriekwartierlerenWaar zoude tekstovergaan?Mocht je hetdan echt, echt,echt niet weten,kies dan voorhet langsteantwoord.Tekstsoorteven devragendoor telezenBeantwoordje devragenMeerkeuze:Per alineadebelangrijkstezinEersterondeOefenenStandaardvragen:Redeneren,argumenten,drogredenenZorgvuldigde vraaglezenIets meteigenwoordenzeggenTekstindelenFuncties vantekstgedeeltenbepalen.Eenmeerkeuzevraagmoetvanzelfsprekendhelemaal juistzijn.Waar is detekstgepubliceerdBedenk zelf eersthet antwoord en kijkdan pas welkmeerkeuzeantwoordhet dichtste in debuurt komt.MobielwegTitel,tussenkopjesSignaalwoordenControleer ofje ook echtantwoordgeeftVoordat jedat doet ishetraadzaamDriekwartierleren

Tips lezen luisteren 1 - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
  1. Waar zou de tekst over gaan?
  2. Mocht je het dan echt, echt, echt niet weten, kies dan voor het langste antwoord.
  3. Tekstsoort
  4. even de vragen door te lezen
  5. Beantwoord je de vragen
  6. Meerkeuze:
  7. Per alinea de belangrijkste zin
  8. Eerste ronde
  9. Oefenen
  10. Standaard vragen:
  11. Redeneren, argumenten, drogredenen
  12. Zorgvuldig de vraag lezen
  13. Iets met eigen woorden zeggen
  14. Tekst indelen
  15. Functies van tekstgedeelten bepalen.
  16. Een meerkeuzevraag moet vanzelfsprekend helemaal juist zijn.
  17. Waar is de tekst gepubliceerd
  18. Bedenk zelf eerst het antwoord en kijk dan pas welk meerkeuzeantwoord het dichtste in de buurt komt.
  19. Mobiel weg
  20. Titel, tussenkopjes
  21. Signaalwoorden
  22. Controleer of je ook echt antwoord geeft
  23. Voordat je dat doet is het raadzaam
  24. Drie kwartier leren