in de bergen ging wandelen. water- spelletjes gehouden heeft. ging kamperen. video- spelletjes speelde tijdens de vakantie. een water- pretpark bezocht. met het vliegtuig op reis ging. gezwommen heeft in een rivier of een meer. naar het strand gegaan is. zomertaakjes uitvoerde (auto wassen, afwasmachine uitladen...) een picknick heeft gehouden. per boot op reis geweest is. een nieuwe sport of activiteit uittestte. naar het buitenland ging. (een) nieuwe vriend(en) maakte. vrienden/ familie bezocht in een ander land. in een hotel verbleef. is gaan vissen. naar een eiland op vakantie ging. gebarbecued heeft deze zomer. een park bezocht. een rondreis maakte. op kamp ging. een extreme sport uitgeoefend heeft. met de boot reisde. in de bergen ging wandelen. water- spelletjes gehouden heeft. ging kamperen. video- spelletjes speelde tijdens de vakantie. een water- pretpark bezocht. met het vliegtuig op reis ging. gezwommen heeft in een rivier of een meer. naar het strand gegaan is. zomertaakjes uitvoerde (auto wassen, afwasmachine uitladen...) een picknick heeft gehouden. per boot op reis geweest is. een nieuwe sport of activiteit uittestte. naar het buitenland ging. (een) nieuwe vriend(en) maakte. vrienden/ familie bezocht in een ander land. in een hotel verbleef. is gaan vissen. naar een eiland op vakantie ging. gebarbecued heeft deze zomer. een park bezocht. een rondreis maakte. op kamp ging. een extreme sport uitgeoefend heeft. met de boot reisde.
(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.
in de bergen ging wandelen.
water-spelletjes gehouden heeft.
ging kamperen.
video-spelletjes speelde tijdens de vakantie.
een water-pretpark bezocht.
met het vliegtuig op reis ging.
gezwommen heeft in een rivier of een meer.
naar het strand gegaan is.
zomertaakjes uitvoerde (auto wassen, afwasmachine uitladen...)
een picknick heeft gehouden.
per boot op reis geweest is.
een nieuwe sport of activiteit uittestte.
naar het buitenland ging.
(een) nieuwe vriend(en) maakte.
vrienden/
familie bezocht in een ander land.
in een hotel verbleef.
is gaan vissen.
naar een eiland op vakantie ging.
gebarbecued heeft deze zomer.
een park bezocht.
een rondreis maakte.
op kamp ging.
een extreme sport uitgeoefend heeft.
met de boot reisde.