Leerlijst G1 U4

This bingo card has a free space and 156 words: de garage, de ingang, de deur, de trap, de lift, de verdieping, het meubelstuk, de kamer, het vertrek, de slaapkamer, de keuken, de badkamer, de woonkamer, het raam, de kast, het toilet, de stoel, het bed, het gebouw, het dak, de boederij, de parkeerplaats, het stadscentrum, het flatgebouw, het metrostation, de winkel, het strand, de auto, het verkeer, de bushalte, het geluid, lawaai, het platteland, de bioscoop, het kruispunt, de bakker, het winkeltje, de rommel, het bureau, de leunstoel, de spullen, de muur, de afmeting, maat, de bank, de eetkamer, de supermarkt, het uitzicht, de begane grond, de villa, de zolder, de oven, de koelkast, de glijbaan, de apotheek, het meer, wonen, leven, naar boven gaan, naar beneden gaan, fietsen, openen, open/geopend, surfen, oversteken, willen, ik wil, doorgaan, nemen, ik neem, verhuizen, uitkijken op, kopen, kunnen, jij kunt, opruimen, leggen, zetten, men legt, men zet, doorbrengen, beschrijven, Hoe zie jouw kamer eruit?, (lett.: zij is hoe, jouw kamer?), Mijn kast staat tegen de muur., Er is geen plaats meer naast mijn bed., De badkamer is van gemiddelde afmeting., Hoeveel kamers hebben jullie?, Onze villa is erg groot, hij heeft zes kamers., (let op: De Fransen zeggen ‘zij heeft’ omdat villa vrl. Is), De woonkamer is op de begane grond., (lett.: op de begane grond is de woonkamer), Het huis heeft een geweldig uitzicht op het meer., In de tuin staan veel bloemen en bomen., Op welke verdieping is jouw slaapkamer?, Mijn slaapkamer is op de tweede verdieping, op de zolder., Om naar de eerste verdieping te gaan, neem ik de trap., Ik woon in een rustige wijk en de winkels zijn dichtbij., Er is geen apotheek in mijn straat., Pardon, ik zoek de Stationsstraat., Het spijt me, ik weet het niet., Je moet rechtdoor gaan tot aan de stoplichten., Je neemt de tweede straat rechts., Het park is tegenover de bakker., Op het kruispunt steekt u de straat over., boven, tegenover (de kerk), de stoplichten, (naar) links, (naar) rechts, rechtdoor, de eerste verdieping, de eerste straat, de tweede straat, de derde straat, tot aan, vervolgens, na, de rotonde, tegen (de bakkerij), de plaats, achterin, in, op (het bureau), onder, achter, naast (de bakkerij), voor (het gebouw), interessant, gevaarlijk, blauw, mooi, wit, gemiddeld, licht, leeg, modern, rustig, fantastisch, later, de zomer, de week, volgend, volgende week, morgen, niet, geen, je moet/men moet/we moeten, het is nodig, mijn eigen kamer, oké, Succes!, Precies!, Jammer!, Dat klopt!, om te, voor, om de bus te nemen, om te gaan naar, op de grond, jammer genoeg, Natuurlijk!, het ding, de kleren, de droom, de kat, het paard, de vis and het product.

More like this:

G1 U2 Woordkaartjes N-F | Jongerenuitspraken | Muziekbingo | Malta BINGO | Mindset