Wat jedenkt datzalgebeurenVerschillen& overeen-komstenzoekenDeelvan eentrapZwakEennaamgevenReclamevoor ietsmakenZoals hetop datmomentwasNiet bangvoormensenZorgendat hetnietgebeurtOog-verblindendEendeelHeelgoedDeelvaneen tasWinstEerlijkIets kortopschrijvenDoorscheikundegemaakteMetveelvezelsBesluit omiets teveranderenIets watje vaakdoetZeggendat ietskloptMindergoedGoedkijken hoeiets isDeschrijverDebladzijdeVermeldenStukjevanietsWaarhetvoor isVertellenzodatiemand hetbegrijptWat jedenkt datzalgebeurenVerschillen& overeen-komstenzoekenDeelvan eentrapZwakEennaamgevenReclamevoor ietsmakenZoals hetop datmomentwasNiet bangvoormensenZorgendat hetnietgebeurtOog-verblindendEendeelHeelgoedDeelvaneen tasWinstEerlijkIets kortopschrijvenDoorscheikundegemaakteMetveelvezelsBesluit omiets teveranderenIets watje vaakdoetZeggendat ietskloptMindergoedGoedkijken hoeiets isDeschrijverDebladzijdeVermeldenStukjevanietsWaarhetvoor isVertellenzodatiemand hetbegrijpt

Woordenschat blok 1 + 2 - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
  1. Wat je denkt dat zal gebeuren
  2. Verschillen & overeen-komsten zoeken
  3. Deel van een trap
  4. Zwak
  5. Een naam geven
  6. Reclame voor iets maken
  7. Zoals het op dat moment was
  8. Niet bang voor mensen
  9. Zorgen dat het niet gebeurt
  10. Oog-verblindend
  11. Een deel
  12. Heel goed
  13. Deel van een tas
  14. Winst
  15. Eerlijk
  16. Iets kort opschrijven
  17. Door scheikunde gemaakte
  18. Met veel vezels
  19. Besluit om iets te veranderen
  20. Iets wat je vaak doet
  21. Zeggen dat iets klopt
  22. Minder goed
  23. Goed kijken hoe iets is
  24. De schrijver
  25. De bladzijde
  26. Vermelden
  27. Stukje van iets
  28. Waar het voor is
  29. Vertellen zodat iemand het begrijpt