"ik snaphet niet"iemand metveel ruis opdeachtergrondEenhuisgenoot/familielid diein beeldkomtappje in degroepsapp"ik kan ernietinkomen"De leraar dielanger dan 5seconden geenantwoord krijgt"zet jemicrofoonaan"de docentdie thuiswordtafgeleid"kaniemandmij de linksturen?"iemand diemaar halfin beeldkomtIemand meteenjoggingsbroek"ik moetnaar dewc"3klasgenotendie te laatkomen"ik ben ermorgenniet""hoe zit hetmet dietoets vanrekenen?"Iemanddie eengrapjemaakt"hebbenwe morgengewoonles?""kunt jedatherhalen?"eenklasgenootdie loopt tezeikeneen klasgenootdie nietreageert"Mijncameradoet hetniet""ik snaphet niet"iemand metveel ruis opdeachtergrondEenhuisgenoot/familielid diein beeldkomtappje in degroepsapp"ik kan ernietinkomen"De leraar dielanger dan 5seconden geenantwoord krijgt"zet jemicrofoonaan"de docentdie thuiswordtafgeleid"kaniemandmij de linksturen?"iemand diemaar halfin beeldkomtIemand meteenjoggingsbroek"ik moetnaar dewc"3klasgenotendie te laatkomen"ik ben ermorgenniet""hoe zit hetmet dietoets vanrekenen?"Iemanddie eengrapjemaakt"hebbenwe morgengewoonles?""kunt jedatherhalen?"eenklasgenootdie loopt tezeikeneen klasgenootdie nietreageert"Mijncameradoet hetniet"

Online Les Bingo - Call List

(Print) Use this randomly generated list as your call list when playing the game. There is no need to say the BINGO column name. Place some kind of mark (like an X, a checkmark, a dot, tally mark, etc) on each cell as you announce it, to keep track. You can also cut out each item, place them in a bag and pull words from the bag.


1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
  1. "ik snap het niet"
  2. iemand met veel ruis op de achtergrond
  3. Een huisgenoot/ familielid die in beeld komt
  4. appje in de groepsapp "ik kan er niet inkomen"
  5. De leraar die langer dan 5 seconden geen antwoord krijgt
  6. "zet je microfoon aan"
  7. de docent die thuis wordt afgeleid
  8. "kan iemand mij de link sturen?"
  9. iemand die maar half in beeld komt
  10. Iemand met een joggingsbroek
  11. "ik moet naar de wc"
  12. 3 klasgenoten die te laat komen
  13. "ik ben er morgen niet"
  14. "hoe zit het met die toets van rekenen?"
  15. Iemand die een grapje maakt
  16. "hebben we morgen gewoon les?"
  17. "kunt je dat herhalen?"
  18. een klasgenoot die loopt te zeiken
  19. een klas genoot die niet reageert
  20. "Mijn camera doet het niet"